In de late 17de eeuw kreeg Nederland de bijnaam 'libertorum Africa', het Afrika oftewel het oerwoud der vrijdenkers. In het buitenland groeide de overtuiging dat deïstische en radicale denkbeelden hier even vrijelijk verhandeld werden als Alkmaarse kaas en Leids laken. De aarts-atheïst waar alle verderf en vuiligheid op teruggevoerd kon worden was natuurlijk Baruch de Spinoza. Door Marinus de Baar, uit Trouw.
Sinds Jonathan I. Israel's 'Radical Enlightenment' in 2001 verscheen, zijn we uitgebreid geïnformeerd over het broeinest van radicale ideeën, dat de Republiek tegen 1700 was. Wielema's 'March of the Libertines' is de Engelstalige bewerking van een proefschrift dat in 1999 verscheen, dus nog voor Israels boek. Wielema richt zich uitsluitend op Nederland, zoekt minder dan Israel naar verbindingen met het latere deïsme en materialisme, en is ook meer kerkhistorisch van aard.
Hij schrijft uitgebreid over dwalende dominees (Pontiaan van Hattem) en verworpen voorgangers (Jacobus Verschoor) die bij Israel niet of nauwelijks aan bod komen. Altijd is er wel, op de achtergrond, een verband met Spinoza. Wat bij Wielema ontbreekt, omdat hij de kennis daarvan vooronderstelt, is een heldere uiteenzetting van Spinoza's leer.
Eén stelling (nr. 15) uit de 'Ethica' volstaat om te laten zien hoe ver Spinoza's wegen en die van het gemiddelde kerkvolk uiteengingen: ,,Al wat is, is in God en niets is zonder God bestaanbaar noch denkbaar.” Kortom: alles is God en God is alles. Dissidente dominees begrepen hieruit dat de werkelijkheid even ongeschapen is als God zelf. Dat de werkelijkheid één is zodat het dogma van de goddelijke drieeenheid moet worden afwezen. En als God in alles is, zijn wij in God en daarmee goed.
Dat kon wel eens een beetje worden overdreven: er waren dolende geesten die dachten dat zij God zelf waren. Libertijnen konden ook putten uit Spinoza's 'Theologisch-Politiek Traktaat' voor het afwijzen van wonderen, profetieën, de kerkorde en het leergezag, en de scheiding van theologie en filosofie.
De vrijdenkers verwierpen al die dingen weliswaar, en bedienden zich daarbij van spinozistische terminologie, maar zij legden hun opvattingen in religieuze kaders neer (de kaders van God, ziel en zaligheid, zullen we kortheidshalve maar zeggen).
Het waren meest gewezen dominees en afgewezen voorgangers die buitenkerks waren geraakt, maar daarom nog geen radicale atheïsten.
Wat ook opvalt is dat veel van die vrijgemaakte geesten, net als hun tegenstanders overigens, Zeeuwen waren. Tussen de meekrap en de koeien kon het nog wel eens broeien, daar op die zware klei. De eerdergenoemde Jacobus Verschoor kwam uit Vlissingen. Hij en zijn volgelingen werden 'Hebreeën' genoemd omdatzij rechtsreeks, buiten de gevestigde kerk om, de Bijbel wilden lezen in het Hebreeuws.
Pontiaan van Hattem kwam uit Bergen op Zoom maar vond in Zeeland zijn grootste verspreiding; het zogenaamde 'hattemisme'. Van Hattem preekte dat er geen zonde meer was, sinds Christus ons daarvan had bevrijd.
Een andere dominee (uit Oudelande op Zuid-Beveland) wist wel waar Van Hattem die 'zondeloosheid' vandaan had gehaald. Het was gewoon verkapt spinozisme: alles is God en dus goed. Van Hattem beklaagde zich (misschien wel ten onrechte?) dat hij op straat werd nageroepen met: 'daar gaat Jezus, daar gaat Jezus'.
Natuurlijk kwamen al deze vrijdenkers in aanvaring met de gevestigde kerk. Nogal wat bladzijden uit Wielema's boek gaan over vergaderingen van consistorie, classis, en synode. Telkens moeten dwaalgeesten verschijnen, uitleg geven, stellingen herroepen. Afvalligen werd het Avondmaal ontzegd, ze werden afgezet als dominee, verbannen. En het kon erger: Adriaan Koerbagh en Hendrik Wyermars, beiden spinozistische auteurs, zaten lange tijd in het Rasphuis. Koerbagh is er gestorven en Wyermars is er op 65-jarige leeftijd nog voor tien jaar naar toegestuurd. De 'Mars der Libertijnen' was geen gemakkelijke. Vanaf 1660 nam Nederland een voorschot op de Verlichting. Maar dat had, net als kaas in Alkmaar en laken in Leiden, zijn prijs.
Michiel Wielema: The March of the Libertines - Spinozists and the Dutch Reformed Church (1660-1750). Geïll. Verloren, Hilversum. ISBN 9065507779; 221 blz. € 22
Copyright: Baar, M. de