'Behoefte aan zelf-verheldering', noemt Rinse Reeling Brouwer als motief om een studie te schrijven over de zeventiende-eeuwse filosoof Spinoza. Zijn boek wordt besproken door Jan Greven . Uit Trouw, 2 maart 1999.
Zijn keus voor Spinoza hangt samen met zijn verleden, waarin, zoals hij het formuleert, 'sprake was van een zekere dominantie van de marxistische theorievorming over de maatschappelijke verhoudingen'. Het was hem daarbij opgevallen dat nogal wat marxisten zich behalve op Marx ook op Spinoza oriënteerden. Een van dezen, de Franse filosoof Althusser, maakte zelfs 'een omweg via Spinoza' om Marx beter te kunnen lezen
Verschillende van diens leerlingen hebben zich intussen tot gerenommeerde Spinoza-kenners ontwikkeld. Een wending van Marx naar Spinoza 'als een poging tot begrip van wat er in het marxistisch engagement aan de hand was, terwille van het begrip van waar we in het heden aan toe zijn'.
Zo wil Reeling Brouwer zijn studie van Spinoza ook gebruiken: ,,Toen in de jaren 1989/90 de al lang aanwezige crisis leidde tot een volledig diskrediet van het socialisme, besloot ik Spinoza te gaan lezen. Omdat ik wilde wéten.'
Maar wie nu verwacht had, dat Reeling Brouwer door zijn Spinoza-studie een grotere distantie tot Marx zou hebben ontwikkeld, vergist zich. Het tegendeel is het geval. Langs de 'omweg' van Spinoza, zegt hij Althusser na, 'is Karl Marx, in het benoemen van de (af)god van deze eeuw, mij opnieuw tot een leraar en (met excuses aan Spinoza) tot een 'profeet' geworden.'
Maar Spinoza heeft niet alléén voor continuïteit gezorgd. Reeling Brouwer zegt het moeilijk en veel te veel in jargon, maar ik citeer hem toch letterlijk (de uitleg volgt): ,,Het bleek mij dat het aanwijzen van de in de werkelijkheid besloten mogelijkheid tot een structurele verandering veel minder gemakkelijk uit de kritiek was af te leiden dan ik lang had gedacht (en gehoopt).' Wat simpeler, en hopelijk begrijpelijker, gezegd: Ik heb lang geloofd in de mogelijkheid de wereld te veranderen vanuit op marxistische leest geschoeide bruggenhoofden (zeg maar een communistische partij of een communistisch geregereerd land). Maar ik zie nu in, dat dat allemaal te makkelijk gedacht (en geloofd) was.
Dat lijkt mij, zacht gezegd, nogal minimaal geformuleerd, maar Reeling Brouwer lijkt zelfs van die kleine erkenning te schrikken en neemt er meteen afstand van: ,,Versta mij goed. Dit is geen 'afrekening'. Tot het voltrekken van (laatste) oordelen zijn wij niet geroepen. Het is wel een verantwoording van de plaats waar ik mij nu bevind - totdat bij nader inzien zal blijken, dat ik me toch nog weer ergens anders zal dienen te bevinden.'
Dat laatste is knap cryptisch geformuleerd, maar ik lees er toch in: ,,Het is best mogelijk dat ik het reëel bestaande socialisme van eertijds nu niet goed inschat, maar dat later zal blijken dat het toch voorposten van de vooruitgang zijn geweest.' Als biechtvader zou ik zo'n erkenning van fout inzicht geen vol punt geven.
Wat Reeling Brouwer bij Spinoza heeft gevonden om Marx te herontdekken, duidt hij aan als 'de grondwet van de moderniteit'. Die 'grondwet' houdt in dat wij leven met een opvatting volgens welke onze werkelijkheid bestaat in een ,,onderling samenhangend krachtenveld van oneindige oorzaken, zonder een hoger Subjekt, dat iets bedenkt, iets wil, iets vermag, zonder een Doel als 'verwerkelijking van heil voor de mensen' of 'rijk van recht en vrede', zonder grond of garantie dat het (...) ook maar ergens om begonnen is.'
,,Er is louter een zelf-productief, gestructureerd geheel, waarin zich een proces afspeelt dat door niemand wordt gestuurd en waar geen enkele bedoeling in ligt besloten', zo vat hij Spinoza's gedachten samen.
En nu Marx. Die kreeg op deze wijze via Spinoza de middelen aangereikt om zijn eigen, marxistische systeem uit te denken: ook een 'zelf-productief, gestructureerd geheel, waarin zich een proces afspeelt, dat door niemand wordt gestuurd'. Maar bij Marx' systeem speelt niet het begrip substantie de centrale rol, zoals bij Spinoza, maar het begrip kapitaal.
Nu wil Reeling Brouwer de systemen van Marx en Spinoza niet zo in elkaar schuiven, dat waar bij Spinoza substantie staat, rustig ook kapitaal gelezen kan worden (dankzij Marx zou je dan Spinoza 'beter' kunnen lezen), maar verwante trekken hebben Spinoza's substantie en Marx' kapitaal volgens hem wel.
Spinoza heeft voor Reeling Brouwer de verbinding gelegd tussen het moderne levensgevoel enerzijds ('niemand stuurt de geschiedenis en er ligt geen enkele bedoeling in besloten') en het inzicht van Marx anderzijds dat 'Het Kapitaal' datgene is wat de geschiedenis doet bewegen en voortgaan.
Maar Reeling Brouwer is ook theoloog. Sterker nog, hij is een even trouw volgeling van Karl Marx als van Karl Barth. God, zo luidt zijn centrale door Barth geïnspireerde boodschap, is een God die bevrijdt.
Boven zagen we al, dat het Reeling Brouwer na de Wende van 1989/90, niet meer mogelijk was de bevrijdende daden van deze God te zien in het verlengde van de marxistische analyse: ,,Wanneer wij de grote daden Gods verkondigen, hebben wij er meer dan ooit behoefte aan, te belijden (maar we belijden dat op het nippertje, tegen alles wat gezien wordt in!) dat (...) de scheppings-daad geen zelf-productie, maar de eerste daad van de Bevrijder is.' Zo laat Reeling Brouwer zijn verkondiging klinken in een wereld die, door de denkbeelden van Spinoza en Marx gedomineerd, geen ruimte biedt voor boodschappen 'van buiten'. Als een onverklaarbaar wonder boven wonder, waar zijn grote voorgangers geen van beiden plaats voor inruimen.
Je proeft de moeite die dit 'desondanks' hem kost en de hartstocht waarmee hij zich aan Karl Barth vastklampt om het met zijn boodschap vol te houden. Al met al levert dat een boeiend en spannend boek op, al had het hier en daar wat toegankelijker, en vooral minder in jargon geschreven kunnen zijn.
Rinse Reeling Brouwer, De God van Spinoza. Een theologische studie. Kok, Kampen f.49,90
Copyright: Trouw