Spinoza werd geboren in Amsterdam en leefde daar de eerste helft van zijn leven. Wat heeft Amsterdam voor Spinoza betekent?
Amsterdam
In de 16e en 17e eeuw ontwikkelde Amsterdam, en met haar de Republiek der Nederlanden, zich tot de machtigste natie van de wereld. Hoe kon het dat die stad zo rijk werd? Wie zich daarin verdiept stuit direct op de grote rol die de vrijheid daarbij speelde. In Amsterdam was
dirigisme [de 'ideologie die streeft naar een centraal geleide gemeenschap of economie ' - LK] iets ondenkbaars, omdat iedereen er vrijelijk beslist hoe hij zijn geld gebruikt, daar gedwongen bestedingen de handel zouden ontwrichten maar bovenal de koopman zouden schaden, een man die geen meester kent, een man die zonder opscheppen kan beweren: 'Ik ben Amsterdam.' (Méchoulan)
De overeenkomst met de nieuwe slogan van Amsterdam is duidelijk: "I AMSTERDAM" gaat terug op de vrijheid die Amsterdam al meer dan 4 eeuwen kent, en die haar dus grote welvaart heeft gebracht.
Geld en eigenbelang hebben mensen tot elkaar gebracht waar religie hen veeleer uiteendreef of zelfs tegen elkaar opzette.
Het geheim van Amsterdam lag besloten in de vrijheid die ze haar burgers gaf, omdat alleen dan de handel kon floreren. Vergelijk dat met andere steden en naties uit die tijd, die "willen weten hoeveel schepen er binnenkomen, uit welk land ze afkomstig zijn, hoe de mensen aan boord heten, wat voor handel ze bedrijven, hoeveel hun waar kost en hoe lang ze hier denken te blijven." (Fénelon)
De Amsterdamse koopman heeft dus vertrouwen, vertrouwen in zijn capaciteiten, in zijn talent en in dat van de stad. En het verlangen geld te verdienen, waardoor de koopman wordt gedreven, verplicht hem de sympathie te winnen van de mensen waarmee hij handel drijft. In Amsterdam is een erewoord evenveel waard als een handtekening. (Méchoulan)
De politieke structuur staat, omdat de bevolking van de Verenigde Nederlanden dat zo wil, geen autoritaire maatregelen van een centraal bestuur toe, waarbij onoordeelkundige, achterhaalde richtlijnen, gebaseerd op een statische opvatting van het economisch leven, voor welvaart moeten zorgen. Integendeel, de macht van Amsterdam berust geheel op privé-initiatieven. (Méchoulan)
De Beurs van Amsterdam maakte het voor iedereen mogelijk deel te nemen in nieuwe bedrijven. Ook door vrouwen; talrijke weduwen investeren in verschillende ondernemingen, met name het boekbedrijf.
De Bank van Amsterdam maakte het de overheid onmogelijk om het geld van (rijke) kooplieden naar eigen inzicht te belasten. De bank vormde zo een bescherming tegen de politieke machthebbers.
De scheepvaart zorgde voor de voorsprong op andere naties. Rond 1650 was een Nederlands schip 50% goedkoper te bouwen dan een Engels, was het van betere kwaliteit, en was de vrachtprijs 30 tot 50% lager dan die van de concurrentie. (Méchoulan)
Dit is het Amsterdam waarin Spinoza opgroeide. Een stad waarin de handel floreerde, waarin het bestuur zo omzichtig mogelijk omging met precaire zaken, zeker waar het godsdienstige geschillen betrof. Niets mocht de handel in de weg staan.
Spinoza
In het Theologisch-Politiek traktaat (TTP) gebruikt Spinoza de stad Amsterdam als voorbeeld. Hij doet dat in hoofdstuk 20, waarin hij de vrijheid van meningsvorming en de vrijheid van meningsuiting verdedigt, als volgt:
Als het even gemakkelijk was over gedachten te heersen als over tongen, zou iedereen veilig kunnen regeren en zou geen enkel staatsgezag gewelddadig zijn.
[...]
Als dus niemand afstand kan doen van zijn vrijheid om te oordelen en te denken wat hij wil, maar eenieder volgens het grootste recht van de natuur meester is van zijn gedachten, volgt daaruit dat in het staatsleven er nimmer naar gestreefd kan worden, tenzij met de rampzaligste gevolgen, dat de mensen uitsluitend spreken volgens het voorschrift van de hoogste overheden, hoe verschillende en tegengestelde meningen ze ook koesteren. Want zelfs de geleerdsten kunnen hun mond niet houden, laat staan het eenvoudige volk.
[...]
Wie alles met wetten wil vastleggen, zal eerder tot verkeerde dingen prikkelen dan dat hij ze verbetert.
[...]
Tot bewijs voorts van de stelling dat uit deze vrijheid [de vrijheid om te oordelen] geen ongemakken kunnen voortkomen die niet door het enkele gezag van de hoogste overheid kunnen worden vermeden, en dat de mensen uitsluitend door dit gezag makkelijk ervan weerhouden kunnen worden om elkaar schade te berokkenen, ook al denkt de een duidelijk het tegenovergestelde van wat de ander denkt, zijn voorbeelden bij de hand, en ik hoef ze niet ver te zoeken: de stad Amsterdam kan ons tot voorbeeld dienen, die tot haar eigen sterke groei en tot bewondering van alle naties de vruchten van deze vrijheid proeft.
In deze bloeiende staat en voortreffelijke stad immers leven alle mogelijke mensen van iedere natie en geloofsrichting met de grootste eendracht samen; als ze iemandhun goed willen toevertrouwen, zorgen ze slechts gewaar te worden of hij rijk is of arm en of hij te goeder trouw of met bedrog zaken pleegt te doen; godsdienst of geloof kunnen hun verder niets schelen, omdat die voor de rechter bij zijn toewijzing of afwijzing in een rechtsgeding niets helpen.
En geen enkel geloof is zo gehaat, dat zijn aanhangers niet onder de bescherming staan van de magistraten, mits ze niemand schade berokkenen, een ieder het zijne geven en eerzaam leven.
Eleutheropolis werd Amsterdam genoemd door doopsgezinden. Eleutheropolis, de stad van de vrijheid en de vrije gedachte. Spinoza kon in deze stad zijn gedachten letterlijk de vrije loop laten, een vrijheid die in geen enkele andere stad aanwezig was.
Terecht zijn er Spinozahuizen in Rijsburg en Den Haag: terecht staat zijn standbeeld op de Paviljoensgracht. Maar in Amsterdam zijn de kiemen gelegd voor zijn vruchtbare bestaan in de dorpen Rijnsburg en Den Haag. (Brugmans)
Daarom is Amsterdam de stad van Spinoza.