Baruch de Spinoza
(1632-1677)
,,De dienst aan het vaderland is de hoogste vorm van godsdienst. Zonder nationale staat kan er niets goeds bestaan en wordt alles op het spel gezet; enkel toorn en goddeloosheid reageren dan tot aller grootste schrik. Dus niemand kan zijn naaste een goede dienst bewijzen die niet als wandaad geldt, als daaruit voor de staat een nadeel volgt.'' Tractatus theologico-politicus, XIX
,,Spinoza stelt hier dat iets alleen goed kan zijn als het goed is voor de staat - de overheid tegenwerken met een beroep op gewetensbezwaren was voor Spinoza dus absurd. En omgekeerd stelde hij, dat indien het strekt tot voordeel van de staat elk gedrag is toegestaan.
'De VS stellen het recht van de sterkste tot hoogste rechtsnorm,' schreef oud-minister Van den Broek onlangs en hij ging er geheel volgens de heersende opinie van uit dat dit gewoon fout is. Maar daarmee vergat hij dat recht eigenlijk macht is, en daarmee goed. Dat heeft Spinoza scherp gezien. Het zwakke moet altijd voor het sterke wijken. Dat is geen plicht maar een wet, net zoals een emmer water die je loslaat op de grond kwakt. Zo is het, spijkerhard.
Wij zijn volgens Spinoza op geen enkele manier, moreel noch religieus, verplicht hulp te verlenen aan de armen in Afrika. Zorg komt alleen voort uit eigenbelang, niet uit naastenliefde, hoogstens uit medelijden. En binnen een staat is de zorg voor de armen gericht op het algemeen belang, niet op de armen zelf.
In zijn Tractatus doet Spinoza veel moeite om aan te tonen dat de kern van de bijbelse openbaring is God lief te hebben door rechtvaardigheid en naastenliefde. Daarna behandelt hij de vraag hoe dat het beste kan. Zijn antwoord: door een politieke orde. Godsdienst komt voor hem kort gezegd neer op goed staatsburgerschap. Naastenliefde is geen particuliere aangelegenheid, integendeel, dan zou het een bedreiging kunnen vormen voor de staat. De burgers moeten de door het christendom verordonneerde naastenliefde uitbesteden aan instituties die zij gezamenlijk scheppen, stelde Spinoza - een vooruitblik op onze verzorgingsstaat dus.
Goed en kwaad vallen voor Spinoza in principe samen met wat de staat verordonneert. De Tractatus is een zeer nationalistische tekst, die tegelijk ook heel sociaal is - een nationaal-socialistische tekst dus. Maar wel met een radicaal democratische basis.
Voor Spinoza zijn de tien geboden politieke wetten, daar doet de bergrede niets aan af. Christus had geen andere boodschap dan de oudtestamentische profeten. Ook Jezus zei: haat uw vijand. Dat willen christenen vaak maar moeilijk begrijpen.
Andere staten zijn van nature vijanden - ook in de handel, tenzij in een alliantie. Altijd moet het eigenbelang absolute voorrang krijgen. Ook binnenlandse vijanden moeten keihard worden bestreden. Gedoogbeleid, tolerantie voor wetsovertredingen, was Spinoza een gruwel. Zijn visie vind ik geweldig, een fantastische manier om het leven zin te geven.''
Copyright: Trouw