«« Interview met Theun de Vries
Begin
Hoe heb ik Spinoza ooit kunnen vergeten? »»

Theologen zoeken met filosofen naar een menselijke God

directe link naar dit bericht link naar de reacties rubriek: artikelen
Theologen kunnen niet meer uit de voeten met de traditionele God, ze zoeken daarom inspiratie bij de filosofen. Terwijl filosofen juist hun taboe op religie afzwakken. Er ontstaat tweerichtingsverkeer.

Anderhalve week geleden nam de Kampense hoogleraar ethiek Frits de Lange in Trouw afscheid van God. Althans van de ouderwetse, christelijke God, de ’supranaturalistische God’, een persoon die in de hemel huist en tot wie de gelovige zich in het gebed richt, in de hoop Zijn ingrijpen te kunnen beïnvloeden. In die God kan De Lange niet meer geloven.

Natuurlijk, De Lange’s afscheid is niet op één dag vast te pinnen. Zelf spreekt hij daarbij van een ’sluipende secularisatie’. „Een proces dat zich in de loop van de jaren in mijn theologische en kerkelijke bestaan heeft voltrokken.”

Onderdeel van dat proces was een grondige inspectie van zijn boekenkast. Er kon nogal wat uit, vooral theologisch werk. Hij bleek het aan de straatstenen niet kwijt te kunnen. Theologie was uit de mode. Opmerkelijk genoeg bleek het filosofisch gedachtegoed uit zijn boekenkast langer houdbaar. Wat nu? Moest de voormalige rector van de Theologische Universiteit Kampen maar college filosofie gaan geven of was de theologie nog te redden? Ja. De Lange wenste ’een deconstructie van het bovennatuurlijke theïsme’. Om nog te kunnen geloven moesten we het ouderwetse beeld van God in de hemel afbreken en er wat anders voor in de plaats stellen.

Wat? Over die vraag gaat het boek ’De God van de filosofen’, dat tegelijk verscheen met De Lange’s afscheid van God. De titel is een verwijzing naar een uitspraak van de filosoof Blaise Pascal (1623-1662). Enkele dagen na zijn dood werd er in de voering van zijn jas een klein opgevouwen perkament gevonden, beschreven door de hand van Pascal. Het begint met de woorden: ’God van Abraham, God van Izaäk, God van Jacob, niet der filosofen en geleerden.’

Sinds de vondst zijn er talloze en prachtige boeken verschenen over het verschil tussen beide goden. Telkens keerde de vraag terug of de God van de filosofen het hoogste representeerde wat het redelijk denken ons te zeggen heeft als het gaat om de zin van het bestaan. En even vaak werd dit denken tegenover de God van de Vaderen geplaatst, die uit een heel andere traditie stamt, en zich in het christendom ontwikkeld heeft tot de supranaturalistische persoonlijke God, van wie De Lange afscheid nam.

De filosofen namen al veel eerder afscheid van God. In de twintigste eeuw waren velen van hen het eens met de stelling van Nietzsche: ’God is dood’. Het huis van God was afgebroken en in de ruïnes hadden filosofen weinig meer te zoeken. Over het fenomeen religie, ja, daar kon je nog wel over denken. Maar hoe kun je nadenken over een fenomeen dat naar je stelligste overtuiging niet meer verschijnt, dat dood verklaard is. Een lastige opgave.

Toch bleven denkers zich met God bezighouden. En de laatste jaren zelfs steeds sterker. „Ik geloof dat ik geloof”, luidde een uitspraak van de Italiaanse filosoof Gianni Vattimo. Over hem schrijft Ger Groot een pittig maar fraai stuk in ’De God van de filosofen’. De terugkeer van de godsdienst is volgens Vattimo realistisch doordat het christendom zich „vooral via het protestantisme heeft ontwikkeld tot een godsdienst waarin het lezen van het Boek centraal staat”. Daardoor verschoof de aandacht van een absolute, zelfstandige God naar een „God die slechts in een menselijke lees- dus interpretatiearbeid gestalte krijgt”. De filosoof Vattimo doet precies wat de theoloog De Lange wenst: hij breekt het traditionele beeld van een supranaturalistische God af, en vermenselijkt hem.

Toen De Lange afscheid nam van God was het boek ’Humanisme en religie’ al even uit. Nog zo’n opvallende titel, vooral door het woordje ’en’. Zoals de inleiders schrijven stonden humanisten en religieuzen eeuwenlang op gespannen voet met elkaar: „Voor de humanist was religie een manier om mensen klein en dom te houden, zij was het tegendeel van autonomie en vrije keuze. Voor de gelovige kwam het humanisme neer op het zich afwenden van goddelijke levenswetten, op relativisme en morele onverschilligheid.”

Dat is voorbij. Goed mogelijk dat in een tijd van levensbeschouwelijke vervlakking humanisme en religie elkaar de hand kunnen reiken. Joachim Duyndam zegt daar in ’Humanisme en religie’ over: „Maar net zoals er mensen zijn die af en toe verhuizen, of er meerdere huishoudens tegelijk op na houden, of zelfs nomadisch zijn, zo is er in principe ook levensbeschouwelijk allerleisoortig verkeer mogelijk. Toch is dergelijk grensverkeer in het verzuilde Nederland altijd tamelijk zeldzaam gebleven.”

Duidelijk is dat het grensverkeer toeneemt, het is de laatste tijd zelfs opmerkelijk druk rond het huis van God. De humanisten staan voor de voordeur te wachten om te worden binnengelaten. Tegelijkertijd verlaat de theoloog het huis via de achterdeur, om het terrein van de filosoof te betreden, die tot zijn verrassing in de achtertuin druk in de weer is met theologische brokstukken.

Donald Loose en Anton de Wit (red): @De God van de filosofen. Een ommekeer van de fenomenologie. Uitg. Damon; ISBN 90 5573 631 7, €17,90.

Joachim Duyndam, Marcel Poorthuis, Theo de Wit:@ Humanisme en religie. Controverses, bruggen, perspectieven. Uitg. Eburon; ISBN 90 5972 046 6, €29,50.

Bron: Trouw, deVerdieping | religie_filosofie - Theologen zoeken met filosofen naar een menselijke God

Comments (2)

Leon:

Het afscheid van een supranaturalistisch God. Het zou tijd worden.

In zijn proefschrift uit 2000 "De Spinozisten, Wijsgerige beweging in Nederland 1850-1907", schrijft Siebe Thissen het volgende over humanisme en Spinoza.

(...) Een vergelijkbare theosofische fixatie op het voortbestaan van de geest na de dood vinden we bij Dionys Burger jr., een Amersfoortse rector, classicus en vrijmetselaar die zich in uiteenlopende artikelen uitstekend op de hoogte toont van het gehele oeuvre van Spinoza. Hij publiceert in uiteenlopende, vooral oudere media als De Gids en Vaderlandsche Letteroefeningen. In de jaren vijftig maakt hij de eerste negentiende eeuwse vertaling van de Ethica, maar zijn inspanningen reiken voorlopig niet verder dan het manuscriptstadium (...)

humanisme

Dezelfde Dionys Burger publiceert in 1860 zijn kleine studie Homerus, Plato, Spinoza waarin voor de eerste maal in Nederland een modern humanisme wordt geproclameerd. De tijdvakken van sensualisme (Homerus) en spiritualisme (Plato) zijn voorbij en de mensheid maakt zich op voor een "Humanismus". Spinoza wordt door Burger geroemd als de denker die vooruit blikte op een humanistische toekomst. Uit de Ethica distilleert hij een klein program dat tot leidraad moet dienen voor een humanisme.

We vatten dit programma even kort samen: lichaam en geest zijn ondeelbaar; de humanist is gelaten maar niet onverschillig; ieder genot is goed zolang misbruik achterwege blijft; geld is handig als middel maar dwaas als doel; hartstochten zijn onderworpen aan natuurwetten; het lichaam is een kunstwerk en verdient ook na de dood onze achting.

Maar nog meer dan Burger is toch vooral de naam van Johannes van Vloten verbonden met het Nederlandse humanisme. Van Vloten - voormalig hoogleraar aan het atheneum van Deventer - is de grootste propagandist van het humanisme en het spinozisme in de negentiende eeuw: hij publiceert meer dan zestig artikelen over deze wijsbegeerte en schrijft in 1862 de eerste, gedegen introductie tot het leven en werk van Spinoza: "Baruch d'Espinoza. Zijn leven en werken in verband met zijnen en onzen tijd." Het is vooral Van Vloten die door Sassen verantwoordelijk wordt geacht voor de herleving van het spinozisme in de negentiende eeuw - al hoop ik hier aannemelijk te
maken dat die herleving een veel bredere, culturele basis kende. Ook over Van Vloten is al veel gepubliceerd en kan ik hier kort zijn.

In het werk van Van Vloten wordt het spinozisme een heuse ideologie - een bevrijdende ideologie voor mondige burgers die kerk en christendom achter zich hebben gelaten en zich opmaken voor een tijd waarin ze niet langer "Kristen" of "Burger" zijn, maar eindelijk "Mensch" kunnen worden. Ook is Van Vloten verantwoordelijk voor de institutionalisering van de Spinoza-verering - culminerende in een grote herdenkingsbijeenkomst in 1877 en de plaatsing van een standbeeld voor de wijsgeer aan de Haagse Paviljoensgracht, drie jaar later.

Van Vloten richt zelf een nieuw tijdschrift op waarin de wijsbegeerte mag floreren: in 1866 verschijnt De Levensbode, een periodiek dat in 1882 een vervolg krijgt in De Humanist - het eerste tijdschrift dat in zijn titel expliciet verwijst naar het humanisme. Naast Van Vloten is het de Haagse medicus en spinozist Hendrik Johan Betz die een belangrijke rol speelt in genoemde tijdschriften. Zijn opvattingen over de verhouding tussen Kant en Spinoza behoren stellig tot de meest prikkelende in de negentiende eeuw.

Leon:

De verhouding tussen religie en maatschappelijke gezondheid is onderzocht voor een aantal landen, waaronder nederland. De uitkomsten zijn alarmerend: meer moorden, abortus, sexuele losbandigheid en zelfmoord.

Uit "Journal of Religion and Society"

Cross-National Correlations of Quantifiable Societal Health with Popular Religiosity and Secularism in the Prosperous Democracies

RELIGIOUS belief can cause damage to a society, contributing towards high murder rates, abortion, sexual promiscuity and suicide, according to research published today.

According to the study, belief in and worship of God are not only unnecessary for a healthy society but may actually contribute to social problems.

The study counters the view of believers that religion is necessary to provide the moral and ethical foundations of a healthy society.

It compares the social peformance of relatively secular countries, such as Britain, with the US, where the majority believes in a creator rather than the theory of evolution. Many conservative evangelicals in the US consider Darwinism to be a social evil, believing that it inspires atheism and amorality.

Many liberal Christians and believers of other faiths hold that religious belief is socially beneficial, believing that it helps to lower rates of violent crime, murder, suicide, sexual promiscuity and abortion. The benefits of religious belief to a society have been described as its "spiritual capital". But the study claims that the devotion of many in the US may actually contribute to its ills.

The paper, published in the Journal of Religion and Society, a US academic journal, reports: "Many Americans agree that their churchgoing nation is an exceptional, God-blessed, shining city on the hill that stands as an impressive example for an increasingly sceptical world.

"In general, higher rates of belief in and worship of a creator correlate with higher rates of homicide, juvenile and early adult mortality, STD infection rates, teen pregnancy and abortion in the prosperous democracies.

"The United States is almost always the most dysfunctional of the developing democracies, sometimes spectacularly so."

Gregory Paul, the author of the study and a social scientist, used data from the International Social Survey Programme, Gallup and other research bodies to reach his conclusions.

He compared social indicators such as murder rates, abortion, suicide and teenage pregnancy.

The study concluded that the US was the world's only prosperous democracy where murder rates were still high, and that the least devout nations were the least dysfunctional. Mr Paul said that rates of gonorrhoea in adolescents in the US were up to 300 times higher than in less devout democratic countries. The US also suffered from "
uniquely high" adolescent and adult syphilis infection rates, and adolescent abortion rates, the study suggested.

Mr Paul said: "The study shows that England, despite the social ills it has, is actually performing a good deal better than the USA in most indicators, even though it is now a much less religious nation than America."

He said that the disparity was even greater when the US was compared with other countries, including France, Japan and the Scandinavian countries. These nations had been the most successful in reducing murder rates, early mortality, sexually transmitted diseases and abortion, he added.

Mr Paul delayed releasing the study until now because of Hurricane Katrina. He said that the evidence accumulated by a number of different studies suggested that religion might actually contribute to social ills. "I suspect that Europeans are increasingly repelled by the poor societal performance of the Christian states," he added.

He said that most Western nations would become more religious only if the theory of evolution could be overturned and the existence of God scientifically proven. Likewise, the theory of evolution would not enjoy majority support in the US unless there was a marked decline in religious belief, Mr Paul said.

"The non-religious, proevolution democracies contradict the dictum that a society cannot enjoy good conditions unless most citizens ardently believe in a moral creator.

"The widely held fear that a Godless citizenry must experience societal disaster is therefore refuted."

Plaats een reactie


Reacties

Aanbevolen

Powered by
Movable Type 4.1