«« De nobelste van alle filosofen
Begin
De koning der atheïsten »»

Spinoza als bouwmeester

directe link naar dit bericht link naar de reacties rubriek: artikelen

"Spinoza heeft, zoals bekend, zijn Ethica een meetkundige ordening meegegeven. Elk van de vijf delen van het boek laat hij beginnen met een aantal definities, gevolgd door een aantal axioma's. Vervolgens poneert hij stellingen, die hij met behulp van de definities, axioma's en al eerder bewezen stellingen bewijst, of anders gezegd: die hij uit allerlei combinaties van definities, axioma's en eerder bewezen stellingen afleidt." Hans Driessen behandelt Spinoza als bouwmeester, uit Trouw .

Zo bouwt hij een goed gefundeerd en stevig gebouwd systeem op. Het systeem is als een huis: de definities en de axioma's vormen de fundamenten, de stellingen zijn de bakstenen en de logica (de leer van het zuiver argumenteren) is de specie.
 
Hoe het huis eruit komt te zien is afhankelijk van de fundamenten. Het is dus belangrijk om te weten welke definities je moet kiezen: niet alleen wat je definieert, maar ook hoé je definieert. Ook de axioma's worden zorgvuldig gekozen uit een in principe onbeperkt aantal (overigens zijn sommige van de door Spinoza gekozen axioma's zacht gezegd twijfelachtig). Het keuzemoment ligt dus helemaal aan het begin van het systeem; zodra je echter gekozen hebt zit je op een vast spoor, waarvan je niet meer kunt afwijken. Dat spoor leidt naar een doel. Welk doel? Het doel dat je bij de keuze van definities en axioma's voor ogen stond. Het doel bepaalt het begin. Je werkt dus eigenlijk achterstevoren. Je begint bij het dak om uiteindelijk bij de fundamenten uit te komen. Of anders gezegd: voordat je begint met het storten van de fundamenten, moet je weten welk dak je op je huis wilt hebben.

Het dak dat Spinoza op zijn huis wil hebben is de menselijke vrijheid. En dat is moeilijk genoeg want hij betoont zich een aanhanger van het determinisme. Dit determinisme is onmisbaar voor zijn pantheïsme (kort gezegd: God en wereld vallen samen), dat eveneens al vanaf het begin als fundament gebruikt wordt. Alles, ja zelfs de kleinste kleinigheid, moet noodzakelijk voortvloeien uit de ene substantie, deus sive natura, God ofwel de natuur. Nergens mag de causale keten onderbroken worden, ook niet bij de mens en zijn 'vrijwillige' handelingen. Spinoza zit dus met het probleem: hoe is een strikt determinisme te rijmen met vrijheid. Dat is op het eerste oog onmogelijk, en op het tweede en derde ook.

Hobbes, een voorganger van Spinoza, formuleerde het standpunt van het determinisme als volgt: ,,Elke gebeurtenis, hoe toevallig ze ook moge lijken, of hoe vrijwillig (proef het sarcasme!) ze ook moge zijn, komt noodzakelijk tot stand''. En hij vervolgt: ,,Alle vrijwillige handelingen hebben noodzakelijke oorzaken en worden dus noodzakelijk in het leven geroepen''. Hij zegt het niet met zoveel woorden, maar de strekking is duidelijk: een alles doordringende, radicale oorzakelijkheid laat geen ruimte voor vrijheid. 'Vrijwillige' handelingen worden net zo noodzakelijk door oorzaken bepaald als welke andere gebeurtenis ook; ze zijn in feite dus onvrijwillig. Dit is het dilemma waarmee Hobbes de filosofen na hem opzadelt.

Spinoza gaat voor dit dilemma niet op de loop. Hij treft in de fundamenten van zijn systeem, de definities en de axioma's, zodanige voorzieningen dat ze uiteindelijk het dak, de menselijke vrijheid, kunnen dragen. Hij moet het determinisme dus inbouwen zonder dat het straks voor problemen zorgt als de kapspanten van de vrijheid op het huis wordt gezet.

Dat moet al in het allereerste begin gebeuren, in de definities en axioma's van deel 1, de eerste laag van het fundament. Het determinisme wordt veiliggesteld in axioma 3: ,,Uit een gegeven, bepaalde oorzaak vloeit noodzakelijk een gevolg voort en omgekeerd: zonder een bepaalde oorzaak kan het gevolg onmogelijk optreden''. Dit axioma, dat op het eerste oog heel onschuldig lijkt, is bepalend voor de hele verdere opbouw van de Ethica; Spinoza grijpt er voortdurend op terug.
 
Tegelijk moet ook de grondslag worden gelegd voor de vrijheid, met andere woorden: er moet voor gezorgd worden dat straks het dak probleemloos op het huis past. Spinoza moet een definitie van vrijheid geven die voorkomt dat hij zich op het einde van de Ethica in bochten moet wringen om én het determinisme én de vrijheid overeind te houden. Hij wil ten koste van alles vermijden dat de mens, tengevolge van dat determinisme, tot een willoos object wordt gedegradeerd. De oplossing die hij voor het dilemma heeft bedacht, is een sterk staaltje van tot dubbelzinnigheid neigende spitsvondigheid. Definitie 7: ,,Men noemt 'vrij' iets wat alleen krachtens de noodzaak van zijn eigen natuur bestaat en alleen door zichzelf tot handelen aangezet wordt. Noodzakelijk, of liever 'gedwongen', noemt men iets wat door een andere zaak tot een welbepaalde wijze van bestaan en handelen wordt aangezet.''

Met deze intellectuele krachttoer slaagt Spinoza erin de vrijheid te redden zonder het determinisme op te geven; sterker nog, zijn definitie van vrijheid zet het determinisme extra kracht bij. Daarmee is God net zo vrij (of onvrij) als de eerste de beste steen. Waar een meetkundige ordening al niet toe kan leiden.   

Copyright: Driessen, H.  

Plaats een reactie


Reacties

Aanbevolen

Powered by
Movable Type 4.1