Erik Lagendijk schrijft een bevlogen inleiding op Spinoza. Eerder gepubliceerd in het blad “De Physicus”
Over Spinoza
Waarom Spinoza?
Naar aanleiding van de boeiende lezing van Carlo Beenakker over God en Einstein, waarin regelmatig de naam van Spinoza viel, heeft de redactie van De Physicus mij gevraagd iets te vertellen over deze wijsgeer, die onbetwist de grootste filosoof is die Nederland heeft voortgebracht. Voortgebracht is een groot woord, want Spinoza was een tweede generatie asielzoeker.
Ik voldoe graag aan dat verzoek, al wil ik daarmee niet de illusie wekken dat ik een Spinozakenner ben.
Zoals ieder zichzelf respecterend fysicus heb ik een periode gekend waarin ik tot de natuurfilosofische wortels van de natuurkunde wilde doordringen. Ook Einstein had zo’n periode, waarin hij samen met vrienden Spinoza las. En zoals ieder verstandig fysicus ben ik tot de conclusie gekomen dat daar weinig te halen valt wat bijdraagt aan begrip voor de natuurkunde. “Is niet alle filosofie alsof geschreven in honing? Het lijkt prachtig als je het overdenkt, maar als je er opnieuw naar kijkt is het vergaan. Alleen geklets blijft over.” , zei Einstein. Vergeet de Veda, Confucius en Lao Tse; vergeet Socrates, Plato en Aristoteles; vergeet de Kerkvaders en de Scholastici; vergeet Descartes, Spinoza en Leibniz; vergeet Kant; vergeet Fichte, Schelling en Hegel; vergeet Marx, Schopenhauer, Kierkegaard en Nietzsche; vergeet Heidegger, Russel en Wittgenstein.
Van of over al deze groten der filosofen heb ik wat gelezen, maar ik heb er maar drie – min of meer - uitgelezen.
Van de Veda de Oepanisjaden, waarvan de scheppingshymne voor mij het Bijbels scheppingsverhaal verre overtreft, alleen al door die ene onvergetelijke strofe: “Doch wie is het gelukt om uit te vorsen, wie heeft vernomen, waarvandaan de schepping stamt? De Goden zijn aan deze zijde ervan ontsproten! Wie zegt dan, waaruit zij is voortgekomen?”
Een ander juweel van de Vedische Schriften is de Bhagavad Gita. Als je ooit twijfelt over je lot, en welk weldenkend mens doet dat niet van tijd tot tijd, lees dan hoe de god Krishna de held Arjun ervan overtuigt dat hij mòet strijden, ook al is het tegen zijn eigen bloed, simpelweg omdat hij strijder is.
Schopenhauer’s “De wereld als wil en voorstelling” beveel ik aan als je filosofische aan literaire belangstelling paart. Schopenhauer is namelijk een van de weinige filosofen, net als Plato bijvoorbeeld, die behalve kan denken ook kan schrijven.
En Spinoza dus. Hem heb ik niet alleen gelezen maar zelfs herlezen. Waarom, daar kom ik aan het eind op terug.
Wie was Spinoza?
Spinoza werd geboren in Amsterdam op 24 november 1632 uit Portugees-Joodse ouders die op de vlucht waren geslagen voor de Christelijke terreur in hun land. Hij stierf op 21 februari 1677 in ’s Gravenhage aan een longziekte, hoogstwaarschijnlijk tuberculose, toen een volksziekte. Dat ruim 44 jarige leven wijdde hij aan een zoektocht naar de waarheid. Dat die zoektocht hem verbanning uit de Joodse kerk en afwijzing door de Christelijke kerk opleverde, deerde hem ogenschijnlijk weinig. Wel besefte hij met karakteristieke wijsheid dat hij die zoektocht alleen zou kunnen voltooien als hij zich gedeisd hield. Zijn hoofdwerk, de Ethica, is dan ook postuum verschenen. En prompt verboden.
Ook besefte hij dat nauwe persoonlijke banden in huwelijk of anderszins en materiële genoegens hem van die zoektocht zouden afleiden. Hoewel allerminst een kluizenaar, leefde hij daarom ascetisch. Zijn brood verdiende hij met lenzen slijpen. Een hoogleraarsaanbieding sloeg hij af. Daarmee zijn, afgezien van een bescheiden aantal overgeleverde feiten en meningen, het leven en de persoon van Spinoza wel gekenschetst.
Wat dacht Spinoza?
“Nadat de ervaring mij geleerd had dat al wat zo in het gewone leven voorkomt ijdel en onbelangrijk is en toen ik inzag dat alles, wat ik vreesde, alleen iets goeds of iets kwaads bevatte voor zover mijn gemoed erdoor bewogen werd, besloot ik eindelijk te onderzoeken of er iets bestond dat werkelijk goed èn bereikbaar was en dat het gemoed, met verwerping van al het andere, uitsluitend zou kunnen vervullen; kortom of er iets bestond waardoor ik, wanneer ik het gevonden en mij eigen gemaakt had, bij voortduring de hoogste vreugde zou kunnen genieten.”
“De aanleiding tot filosofische bezinning is derhalve het onbevredigd-zijn door de ervaring van het dagelijks leven. Het streven naar geld, eer en genot, dat in de praktijk van dit leven de hoofdrol speelt moge, indien het met succes wordt bekroond, een korte bevrediging schenken en daardoor een zekere mate van geluk, nà deze bevrediging doet zich opnieuw hetzelfde verlangen gelden en hiermee is de korte geluksperiode ten einde.”
“Het doel zal derhalve moeten zijn het vinden van iets, waarop men zijn streven kan richten, dat onbeperkt en eeuwig is en eigendom van allen kan zijn terwijl het middel ter bereiking van dit doel zal gelegen zijn in een onderzoek van de dingen, teneinde vast te stellen of náást het begrensde en eindige inderdaad iets van oneindige en eeuwige aard aanwezig is.” Aldus Spinoza.
Dat iets van oneindige en eeuwige aard is God. En dat onderzoek moet dus leiden tot de waarheid omtrent God. Maar de God van Spinoza is nìet de God van de Bijbel. Die Bijbelse God is, zoals de Oepanisjaden het zo treffend zeggen “aan deze zijde van de schepping ontsproten”, een antropomorfe God. Spinoza erkent dat de Bijbel mooie gedachten bevat die vooral door het gewone volk, dat niet bij machte is zelf een zoektocht naar de waarheid te ondernemen, ter harte moeten worden genomen, om hun lage driften in bedwang te houden. Gij zult niet doden enz. Maar de waarheid omtrent God openbaart de Bijbel niet.
Met dat standpunt zou Spinoza zelfs vandaag de dag nog last krijgen, nu “liberalen” deelname van de Staatkundig Gereformeerde Partij aan een regering serieus overwegen, laat staan in de 17e eeuw.
De God van Spinoza is een door onwrikbare natuurwetten geregeerde natuur, waarin het heden door het verleden en de toekomst door het heden wordt bepaald. Als deze wetten verbieden dat iemand over water loopt dan is dat niet gebeurd, gebeurt het nu niet en zal het niet gebeuren. Nooit.
Het streven van Spinoza is dus het achterhalen van de waarheid omtrent de wetten van de natuur. Precies wat wij fysici doen. Het verschil is dat wij ons beperken tot levenloze materie, hoewel de grens in zicht komt, want zelfs binnen de technische natuurkunde bestuderen we nu de moleculaire biologie, terwijl Spinoza zijn onderzoek richtte op het menselijk gedrag. Zijn hoofdwerk is daarom een zedenleerboek, geen natuurkundeleerboek.
Overigens kende en waardeerde Spinoza het werk van de vooraanstaande fysici van zijn tijd, zoals Huygens en Leibniz, en had contacten met hen. Hij was zeer vertrouwd met het werk van de meest vermaarde filosoof van zijn tijd, Descartes, en bouwde daar op voort.
Werken van Spinoza
Je leert Spinoza kennen door hem te lezen. Met enige inspanning is dat best te doen. Het werk dat het vaakst het odium “onleesbaar” krijgt, is zijn hoofdwerk de Ethica, vooral vanwege de stijl waarin het geschreven is. Een voorbeeld:
“EERSTE DEEL
GodDefinities
I. Onder “zijns zelfs oorzaak” versta ik datgene, waarvan het wezen het bestaan insluit, ofwel datgene, waarvan de aard niet anders kan worden gedacht dan als bestaande.
II. Etc.
Axioma’s
I. Al wat is, is in zichzelf of in iets anders
II. Etc.Stellingen
STELLING 1 Een substantie gaat van nature vóór haar openbaringen.
Bewijs Dit blijkt uit de definities III en IV
STELLING 2 Etc.”
Hierna volgen nog vier delen: Aard en oorsprong van de geest, Aard en oorsprong van de aandoeningen, De menselijke knechtschap of de macht der aandoeningen, De macht van het verstand of de menselijke vrijheid. En dat allemaal oorspronkelijk in het Latijn! Hele oude studenten zullen met genoegen in deze stijl hun wiskundeboek van Almering, geprezen zij zijn profeet Bavinck, herkennen. Dat klopt. Spinoza toonde zich een waarlijk modern natuurwetenschapper door aan te sluiten bij de natuurwetenschappelijke vernieuwing van zijn tijd. Die schreef voor dat men op “geometrische” wijze redeneerde. Weg met de ellenlange betogen van de scholastici, terug naar de bondigheid van de Ouden, met de Elementen van Euclides als lichtend voorbeeld. Saillant detail: Einstein kreeg op 12 jarige leeftijd een boekje over Euclidische geometrie waaraan hij later liefderijk refereerde als “mijn heilige geometrieboek”. Ook Newton bijvoorbeeld schreef in geometrische stijl. Probeer de “Principia” maar eens te lezen! Net zomin als je de Newtonse mechanica in eerste instantie leert uit de “Principia“ maar uit een leesbaar en begrijpelijk boek als “Understanding Physics” (nou ja), zul je je studie van de Spinozistische filosofie moeten beginnen met het lezen van bewerkingen. Het aardige is dat Spinoza zelf een voorstudie van de Ethica heeft geschreven op (deels) niet-geometrische wijze, de “Korte Verhandeling”.
Naast zijn hoofdwerk zijn nog een aantal werken van Spinoza overgeleverd, waarvan het “Theologisch-politiek traktaat” het bekendste is. Een boek dat ik ter lezing aanbeveel aan iedere theoloog en politicus. Let op de hoofdstuktitels: … 5. Over de redenen waarom de ceremoniën zijn ingesteld en over geloof in de verhalen…13. Aangetoond wordt dat de Schrift geen andere dan zeer eenvoudige dingen leert en niets beoogt dan gehoorzaamheid… 15. Aangetoond wordt dat de theologie niet dienstbaar is aan de rede noch de rede aan de theologie…17. Aangetoond wordt dat niemand alles kan overdragen aan de hoogste overheid en dat dit ook niet noodzakelijk is… 20. Aangetoond wordt dat in een vrij staatsbestel het eenieder is toegestaan te denken wat hij wil en te zeggen wat hij denkt. Spinoza is moderner dan u denkt!
Nogmaals: waarom Spinoza?
Spinoza is voor mij de vrije denker per excellence. Niemand heeft voor mij overtuigender kunnen aantonen dat tradities niet op hun woord geloofd moeten worden. Niemand heeft sterker mijn geloof bevestigd dat voor alles een redelijke verklaring is volgens onwrikbare natuurwetten. Niemand heeft voor mij helderder betoogd dat alleen verdraagzaamheid en redelijkheid tot een betere wereld leiden.
Bewonderaars voeren wel eens aan als een argument voor de juistheid van zijn leer, dat Spinoza leefde volgens zijn leer. Maar dat bewijst nog helemaal niets. Hitler heeft “Mein Kampf” ook nageleefd, tot verderf van tallozen. Omgekeerd, zelfs als de stichter de leer niet naleeft, kan die leer nog van waarde zijn. Rousseau schreef een stichtelijk werkje over opvoeding, maar legde zijn kinderen te vondeling.
Voor mij is de eerste test voor een zedenleer dat geweldloosheid, verdraagzaamheid en redelijkheid hoekstenen zijn. De ultieme test is of de aanhangers van die leer die hoekstenen in de praktijk brengen. Spinoza’s leer voldoet hieraan. Uit naam van Spinoza is bij mijn weten nog nooit gemarteld of gemoord. De rest valt af.
Telkens als iemand roept dat hij “de” waarheid heeft gevonden, of dat nu vanaf de kansel is of in een boek of op een wetenschappelijk congres, gaan mijn haren overeind staan. Zo ook bij Spinoza. Maar in zijn idee omtrent de aard van de waarheid en in zijn zoektocht naar die waarheid blijf ik geloven. Die zoektocht gaat eeuwig door en schenkt, in Spinoza’s woorden, bij voortduring de hoogste vreugde.
Ik roep jullie, mijn studenten, op aan die zoektocht deel te nemen. Maar bedenk:
“Hiermee heb ik alles afgehandeld wat ik over de macht van de Geest tegenover de aandoeningen en over de Vrijheid van de Geest heb willen betogen. Er blijkt hieruit hoeveel de wijze vermag en hoeveel sterker hij is dan de onwetende die alleen door lust wordt geleid. Immers behalve dat de onwetende door tal van uitwendige oorzaken her en der wordt gedreven en nooit waarachtige zielsrust bereikt, leeft hij bovendien als onbewust van zichzelf, en zodra hij ophoudt te lijden houdt hij tevens op te bestaan. De wijze daarentegen, voor zover men hem als zodanig beschouwt, wordt nauwelijks van gemoed bewogen en houdt – met eeuwige noodwendigheid zich bewust van zichzelf, van God en van de dingen – nooit op te bestaan en is steeds waarachtige zielsrust deelachtig. Indien al de weg, die, naar ik aantoonde, daarheen leidt, zeer bezwaarlijk lijkt te zijn, hij kan nochtans worden gevonden. En voorzeker, wél moet het moeilijk zijn, wat men zó zelden aantreft. Want indien de redding voor het grijpen lag en zonder grote inspanning was te bereiken, hoe was het dan wel mogelijk dat zij door bijkans iedereen wordt voorbij gezien? Maar àl het voortreffelijke is even moeilijk als zeldzaam.” (Spinoza, Ethica, slot)
Erik Lagendijk
Delft, mei 2003
Comments (7)
spinoza is dom
Door spinoza-hater | 14 september 2006 11:02
@spinoza-hater: zou je die opmerking kunnen verduidelijken? Wat bedoel je met dom?
Door Leon | 14 september 2006 11:26
Leuk mijn stuk hier terug te vinden. Ik sta er nog steeds achter.
Door Erik Lagendijk | 29 november 2006 10:13
@Erik: Het is ook een prachtig stuk. Vriendelijk dank dan ook daarvoor.
Door Leon | 29 november 2006 22:44
Wat een voortreffelijke en heldere uitleg!
Deze site komt in mijn favorieten te staan! :)
Door Virginia | 24 september 2007 9:17
ik heb voor een werkstukje op school wat aan deze pagina gehad bij deze: bedankt!!
@ spinozahater ; sorry, maar hoezo dom>?
Door Lisa | 17 november 2010 9:33
Dag Erik Lagendijk,
Ik zocht naar iets betreffende Spinoza en kwam zo op uw site terecht. Spinoza hebt u mooi en goed ingeleid, maar zijn hermetische systeem-denken ligt me niet zo. Wat moet ik aan met een uitspraak als "God is oorzaak van zichzelf". Dat is een logische truc.
In het voetspoor van Einstein stelt u voor om de grote Socrates en Lao Tse te "vergeten"? Dat is toch een beetje kras, zeg! Lao Tse, één der grote wijzen ooit!
Wanneer je als wiskundige naar filosofie kijkt lijkt het allemaal vaag geklets, maar op die manier beschouwd is bijv. een figuratief landschapje in olieverf een hoop geklodder (vooral van dichtbij). Je gebruikt het verkeerde werktuig. ;)
Wil je het mysterie van het leven leren doorgronden dan is zeer diepgaand zelfonderzoek nodig en een volledig begrijpen van de werking van je verstand en de grenzen daarvan. Geen enkele filosofie of techniek helpt daarbij. Je moet je eigen weg naar waarheid afleggen. "Leven begint, waar het verstand eindigt."
(zelfcitaat)
Mvg, Cornelis Heijkant
Door Cornelis Heijkant | 19 december 2014 12:30