«« De Vrije wil
Begin
Op weg naar het ene »»

Maandeditie #4

directe link naar dit bericht link naar de reacties rubriek: artikelen | maandeditie

De editie van april 2006. Over "De vrije wil", een vertaling van Goethe's "Studie naar Spinoza", de zomercursus "Spinoza's weg naar wijsheid en geluk" en Burger's Ethica.

-------------------------------------------------------------------
despinoza.nl maandeditie #4.
maandag 8 mei 2006
-------------------------------------------------------------------

De kastanjeboom voor het huis begroet met groene slingers de lente.
Welkom bij de vierde maandeditie van despinoza.nl.

In deze editie:

#1. De vrije wil
#2. Goethe's Studie naar Spinoza vertaald
#3. Geluk niet te koop? Zomercursus "Spinoza's weg naar
  wijsheid en geluk"
#4. Burger's Ethica
#5. Toevoegingen
#6. Colofon


-------------------------------------------------------------------
#1. De vrije wil
-------------------------------------------------------------------

Over de vrije wil raakt men niet uitgesproken. "We moeten in de
vrije wil geloven, we hebben geen andere keus", zei de amerikaanse
schrijver Isaac Bashevis Singer. Gesproken als een ware Spinozist.

De vrije wil werd door Spinoza afgeserveerd als onmogelijk. De
natuur, zei hij, ontrolt zich op pure gedetermineerde wijze.
Voor een vrije wil is geen ruimte. De vrije wil vindt in zijn
stelsel geen plek.

Het gevolg van dit gedetermineerde stelsel was dat we in theorie
alles kunnen weten, mits we maar voldoende meten. Meten is weten,
zogezegd. In absolute vorm leidend tot 'almetendheid'. Een
gangbare opvatting totdat de kwamtumtheorie haar intrede deed.

Wat bleek? Wie alles probeert te meten loopt tegen de grenzen van
het meetbare aan. Onzekerheid doet dan zijn intrede. De uitkomst
van de metingen wordt beïnvloedt door het meten an sich. In de
kwantumtheorie is er dan ook geen objectieve werkelijkheid: er
zijn slechts subjectieve waarnemingen en de kwantummechanica doet
niets anders dan het beschrijven van die waarnemingen.

De vrije wil sloop op slinkse wijze de natuurwetenschap weer
binnen. God leek wel degelijk te dobbelen. Voor velen, waaronder
natuurlijk Einstein, een zeer onbevredigend antwoord.

Jaren is er gezocht naar een manier om de onzekerheid te temmen.
Om de vrije wil weer op te sluiten in zijn kooi. De nederlandse
fysicus Gerard 't Hooft lijkt het gelukt. Hij heeft een artikel
gepubliceerd waarin een mathematische basis voor een kwantum
werkelijkheid wordt gelegd die gedetermineerd is.

Kort samengevat zegt 't Hooft dat, hoewel de deeltjes uit de
kwantummechanica onvoorspelbaar lijken, ze dat in werkelijkheid
niet zijn. We meten enkel niet genoeg.

De dobbelende God uit de kwantumtheorie blijkt dan dus toch
de God van Spinoza.


Referenties:
Gerard 't Hooft "The mathematical basis for deterministic
quantum mechanics"
http://arxiv.org/pdf/quant-ph/0604008

John Conway "The Free Will Theorem"
http://arxiv.org/pdf/quant-ph/0604079

Kwantummechanica, Wikipedia
http://nl.wikipedia.org/wiki/Kwantummechanica


-------------------------------------------------------------------
#2. Goethe's Studie naar Spinoza vertaald
-------------------------------------------------------------------

Omstreeks 1784/85 schreef de duitse dichter, filosoof en
natuurwetenschapper Johann Wolfgang von Goethe zijn "Studie nach
Spinoza". Daarin beschrijft hij in dicht en compact taalgebruik
hoe Spinoza's leer hem beïnvloedt heeft. Goethe zet zich in zijn
leven drie keer met Spinoza uiteen. Deze tekst stamt uit de tweede
periode. De nederlandse vertaling is van de hand van Tom Maassen
en volgt onder.

***

Studie naar Spinoza - Johann Wolfgang Goethe

Het begrip van het bestaan en van de volkomenheid is een en
hetzelfde, als we dit begrip zo ver volgen als het voor ons
mogelijk is, dan zeggen wij dat we het oneindige denken.
Het oneindige echter of de volledige existentie kan door ons
niet gedacht worden.

Wij kunnen enkel dingen denken die ofwel begrenst zijn of die
onze ziel begrenst. Wij hebben dus in zoverre een begrip van
het oneindige als wij denken kunnen dat er een volledige
existentie bestaat die buiten het bevattingsvermogen van een
begrensde geest is.

Men kan niet zeggen dat het oneindige delen heeft.

Alle begrensde existenties zijn in het oneindige, zijn echter
geen delen van het oneindige, zij nemen veeleer deel aan het
oneindige.

Wij kunnen niet denken dat een begrenst iets door zichzelf
bestaat en toch bestaat alles werkelijk door zichzelf, ofschoon
de toestanden zo verbonden zijn dat het ene zich uit het andere
ontwikkelen moet en het dus lijkt alsof een ding door een ander
ding voortgebracht wordt, wat echter niet zo is, maar een levend
wezen geeft een ander aanleiding om te zijn en dwingt het om in
een bepaalde toestand te bestaan.

Ieder bestaand ding heeft dus zijn existentie in zich en zo ook
de overeenkomst waarnaar het bestaat.

Het meten van een ding is een grove handeling die op levende
lichamen niet anders dan hoogst onvolkomen toegepast kan worden.
Een levend bestaand ding kan door niets gemeten worden wat buiten
hem is, maar als het gebeuren moet, dan zou het de maatstaf
daarvoor zelf moeten bieden, deze echter is in hoogste mate
geestelijk en kan door de zintuigen niet gevonden worden; al bij
de cirkel laat zich de maat van de diameter niet op de periferie
toepassen. Zo heeft men de mens mechanisch willen meten, de
schilders hebben het hoofd als het belangrijkste deel voor de
eenheid van de maat genomen, maar het laat zich uiteindelijk toch
niet toepassen zonder zeer kleine en onuitspreekbare barsten in
de overige onderdelen.

In ieder levend wezen zijn wat wij delen noemen dusdanig
onafscheidbaar van het geheel, dat zij enkel in en met datzelfde
begrepen kunnen worden en noch de delen kunnen als de maat voor
het geheel, noch kan het geheel als de maat voor de delen genomen
worden, en zo neemt zoals wij boven reeds gezegd hebben een
begrenst levend wezen deel aan de oneindigheid of veeleer het
heeft iets oneindigs in zich, als wij al niet liever willen
zeggen dat we het begrip van de existentie en de volkomenheid
van het meest begrensde levende wezen niet geheel bevatten kunnen
en het dus juist net als het reusachtige geheel waarin alle
existenties inbegrepen zijn als oneindig moeten betitelen.

De dingen die wij gewaarworden zijn van een enorme hoeveelheid,
de verhoudingen tussen diezelfden die onze ziel bevatten kan zijn
uiterst veelvoudig. Zielen die een innerlijke kracht bezitten om
zich uit te breiden beginnen te ordenen om de kennisname ervan te
vergemakkelijken; beginnen te voegen en te verbinden om tot genot
te komen.

Wij moeten dus alle existentie en volkomenheid in onze ziel
zodanig begrenzen dat zij in onze natuur en in onze wijzen van
denken en van ervaren passen, pas dan zeggen we dat wij een zaak
begrijpen of haar genieten.

Wordt de ziel een verhouding - als het ware in de kiem - gewaar,
waarvan zij de harmonie, als die geheel ontwikkeld zou zijn,
niet totaal in een keer overzien of ervaren kan, zo noemen wij
deze indruk verheven en het is de heerlijkste die een menselijke
ziel ten deel vallen kan.

Wanneer wij een verhouding in het oog hebben die in zijn gehele
ontvouwing te overzien of te begrijpen en waarvoor de maat van
onze ziel toereikend is, dan noemen wij die indruk groot.

Wij hebben boven gezegd dat alle levende bestaande dingen hun
verhouding in zich hebben, de indruk dus die zij zowel als
bijzonderheid alsook in verbinding met anderen op ons maken,
zolang deze maar uit hun volledige bestaan voortkomt, noemen
wij waar en als dit bestaan deels op zo een wijze begrenst is
dat wij het makkelijk bevatten kunnen en in zo een verhouding
tot onze natuur staat dat wij het graag vastgrijpen willen,
zo noemen wij dat voorwerp schoon.

Soortgelijks gebeurt wanneer mensen zich naar hun kunnen een
geheel - het zij zo rijk of arm als het is – van de samenhang
der dingen gevormd en daarop de cirkel afgesloten hebben. Zij
zullen dat wat zij het meest gerieflijk denken en waarin zij
een genot vinden kunnen voor het meest zekere en veilige houden,
ja men zal in de meeste gevallen merken dat zij anderen, die zich
niet zo makkelijk te kalmeren weten en meer verhoudingen van
goddelijkere en menselijkere aard te zoeken en te kennen
nastreven, met een tevreden medelijden aankijken en bij elke
gelegenheid bescheiden weerbarstig laten merken dat zij in het
ware een zekerheid gevonden die boven alle bewijs en verstand
verheven is.
Zij kunnen niet genoeg hun innerlijke benijdenswaardige rust en
vreugde roemen en deze gelukzaligheid aan eenieder te verstaan
geven als ware dit het laatste doel. Daar zij echter niet in
staat zijn helder te ontdekken via welke weg zij tot deze
overtuiging gekomen, noch wat eigenlijk de grond ervoor is, maar
simpelweg van zekerheid als zekerheid spreken, zo blijft ook de
leergierige weinig troost bij hen, doordat hij altijd te horen
krijgt dat het gemoed steeds eenvoudiger en eenvoudiger moet
worden, zich enkel op één punt moet richten, alle veelvoudige en
verwarrende verhoudingen van zich af moet slaan en alleen zo kan
men ook des te zekerder in een toestand zijn geluk vinden dat een
vrijwillig geschenk en een bijzondere gave van God is.

Nu zouden wij naar onze wijze van denken deze begrenzing geen
gave willen noemen, omdat een gebrek niet als een gave kan worden
gezien, wel echter willen wij het als een genade van de natuur
zien dat - daar de mens in de meeste gevallen in staat is slechts
tot zeer onvolledige begrippen te komen – zij hem desondanks met
zulk een tevredenheid over zijn beperktheid voorzien heeft.

***

Vertaling: Tom Maassen

Reacties op deze vertaling zijn van harte welkom. Ze kunnen worden
gestuurd aan mailto:tom@despinoza.nl.



-------------------------------------------------------------------
#3. Zomercursus Spinoza "Spinoza's weg naar wijsheid en geluk"
-------------------------------------------------------------------

Net als de laatste jaren wordt ook dit jaar een zomercursus
georganiseerd door het ISFW, in samenwerking met Vereniging Het
Spinozahuis. Thema dit jaar "Spinoza's weg naar wijsheid en geluk".

In de Ethica schrijft Spinoza over de macht en onmacht van de rede
als het gaat om het ervaren van het ware geluk. Zowel invloeden van
buitenaf als de eigen passies zijn vaak een obstakel. De rede is
alleen sterker dan een passie, wanneer zij zelf passie, ofwel
doorvoeld inzicht wordt. Spinoza is er zich van bewust dat het
bereiken daarvan moeilijk en zeldzaam is.

De achttiende-eeuwse filosoof Hume, die Spinoza’s werk kende, staat
sceptischer tegenover het idee dat filosofie gelukkig kan maken.
Wordt het laatste spiertje hoop op successen van de rede de bodem
ingeslagen door Hume’s lijfspreuk: Reason is but the slave of the
passions? In deze cursus komen beide invalshoeken aan bod.

Data:
Van 3-7 juli. Het Conferentiehotel ISVW ligt op 6 hectare eigen
bosgebied, aan de rand van landgoed Den Treek.

Kosten slechts € 526 (of € 681, voor wie in het hotel wil
overnachten).

Programma met Wiep van Bunge, Piet Steenbakkers, Jan Knol,
Theo Verbeek, Willem Lemmens en Herman De Dijn.
Miriam van Reijen begeleidt de cursus.

Meer informatie: http://www.isvw.nl/zomerprogramma2.htm


-------------------------------------------------------------------
#4. Burger vertaling Ethica
-------------------------------------------------------------------

Ook in april is het aantal downloads van de Ethica vertaling van
Burger op de oude voet doorgezet. Het redigeren van de vertaling
is klaar. Het opnemen ervan in de online versie in volle gang.


-------------------------------------------------------------------
#5. Toevoegingen en Reacties
-------------------------------------------------------------------

*** Geef ons de troostende Vader
http://www.despinoza.nl/artikelen/geef_ons_de_tro.shtml

Wat had de jonge Duitser Gottfried Leibniz in 1676 bij Benedictus
de Spinoza te zoeken? Een nieuw boek maakt van de legendarische
visite een filosofisch drama, waarin alle spanningen van de
moderniteit tot ontlading komen. Een recensie door Bas Heijne, uit
NRC Handelsblad.


*** Is dit dan de waarheid?
http://www.despinoza.nl/artikelen/is_dit_dan_de_w.shtml

Vandaag is het de dag van de waarheid. Geen flets en versleten
begrip, maar springlevend en prikkelend. Want wie of wat bepaalt
binnen de filosofie of een bewering waar is? Taal is de plaats waar
filosofen de waarheid zoeken. Door Menno Lievers


-------------------------------------------------------------------
#6. Colofon
-------------------------------------------------------------------

Inhoud, layout, uitvoering: redactie@despinoza.nl

Voor de maandeditie is input van de lezers nodig! Heb je iets te
melden? Laat het dan weten aan de redactie via het
e-mailadres: redactie@despinoza.nl (mailto:redactie@despinoza.nl)

Alles uit deze uitgave is voor overname beschikbaar.

Stuur deze e-mail door aan geïnteresseerden!!

Stuur voor aanmelden een e-mail:
mailto:maandeditie-request@despinoza.nl?subject=subscribe

Stuur voor afmelden een e-mail:
mailto:maandeditie-request@despinoza.nl?subject=unsubscribe



             "En zoo zullen zij niet ophouden verder de oorzaken
              der oorzaken te vragen, totdat gij tot den wil van
              God, dat is den schuilhoek der onwetendheid uwe
              toevlugt neemt." Ethica, p69




Plaats een reactie


Reacties

Aanbevolen

Powered by
Movable Type 4.1