De canon van de Nederlandse geschiedenis wordt door Jonathan Israel bekritiseerd omdat het de rol van Nederland in de Verlichting marginaliseert. Want de verlichting begon in Nederland, bij radicale vrijdenkers rond Spinoza. In Trouw staat een artikel van Seije Slager. Het is overgenomen en voorzien van links naar de pagina's op entoen.nu.
De foto is van het beeld van Spinoza dat op de Paviljoensgracht staat in Den Haag.
Waartoe dient de canon van Nederland eigenlijk?
Uit Trouw, door Seije Slager
Hij is er eindelijk: de canon van de Nederlandse geschiedenis. Maar wát is het nu eigenlijk? Een didactisch hulpmiddel, een richtsnoer voor onze nationale identiteit, of een ongemakkelijk compromis daartussen?
„Het is compleet absurd dat er pas nu plannen zijn om in Nederland een standbeeld voor Pierre Bayle neer te zetten. En Amsterdam vent Rembrandt op alle mogelijke manieren uit, maar Spinoza wordt volledig weggemoffeld.”
De Brit Jonathan Israel, tot 2000 hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Londen, kan zich flink druk maken over de Nederlandse omgang met het nationale verleden. Zijn geliefde Spinoza heeft een plaatsje gekregen in de Nederlandse canon, maar tevreden is Israel niet.
In zijn boek ’Radical Enlightenment’ uit 2001 (zie deze bespreking door Yoram Stein van de Nederlandse vertaling) vlast Israel alle intellectuele debatten van de 17de eeuw uit, en concludeert dat de kring radicale vrijdenkers rondom Spinoza aan de wieg stond van de Verlichting. Israel: „In die debatten ligt het belang van de Nederlandse geschiedenis voor de rest van de wereld. Daar liggen de wortels van belangrijke ontwikkelingen als secularisering, vrijheid, tolerantie, en democratie.”
Maar de canon is een stuk bescheidener. Spinoza wordt niet behandeld als inspirator van de Verlichting. De Nederlandse Verlichting zou een gematigder en minder radicale variant zijn van de ontwikkelingen in Frankrijk, beweert de canoncommissie, aan de hand van de Friese astronoom Eise Eisinga.
Die laatste is een compleet marginale figuur, volgens Israel. „Om zo iemand als voorbeeld te nemen, dat is een conservatieve strategie. Het past binnen een lange traditie van de gevestigde orde om de radicalere geluiden die tijdens de Verlichting klonken te marginaliseren.”
Terwijl dat nu juist de invloedrijkste geluiden waren. „Ook voor Nederlandse kinderen op Nederlandse scholen is dat het belangrijkste dat ze van hun geschiedenis moeten leren.”
James Kennedy, de Amerikaanse hoogleraar nieuwe geschiedenis aan de VU, is minder uitgesproken over de canon die deze week gepresenteerd werd.
Terwijl Israel ooit bij de Nederlandse geschiedenis uitkwam door de radicaal seculiere aspecten ervan, raakte Kennedy juist geïnteresseerd in de ’afwijkende religieuze geschiedenis van Nederland’. En daar ziet hij weinig van terug. „De beeldenstorm en de Statenbijbel zitten er nog wel in. Maar daarna lees je er weinig meer over. Laat ik het zo zeggen: In een tijd waarin wij met zijn allen religie weer heel belangrijk vinden, had ik het niet gek gevonden als daar wat meer van terug te zien was geweest.”
Hij kan zich dus, vanuit een ander perspectief, wel iets voorstellen bij de kritiek van Israel. „Die discussies waar hij het over heeft passen ook binnen de godsdienstige ideeënstrijd die woedde. Die heeft de commissie misschien iets te politiek correct terzijde geschoven.”
Wreekt zich hier dan de politieke bedoeling achter de historische canon?
Kennedy: „Ik weet het niet. Misschien wilde de commissie geen standaard-verhaal over de verzuiling ophangen, en wisten ze gewoon niet zo goed hoe ze er dan wel levensbeschouwelijke inhoud aan moesten geven.”
Jonathan Israel is niet bang voor een ’politieke’ canon. „Er bestaan geen apolitieke canons. Maar dat betekent niet dat een canon een slecht idee is. Het is juist een slecht idee om de onderwijsstof aan het privéinitiatief van de leraar over te laten. Maar je moet er wel voor zorgen dat de canon niet doorslaat in een conservatieve richting. Als je de Opstand behandelt, moet je laten zien dat het een conflict was zonder duidelijke oplossing, dat liet zien dat theologische conflicten nergens toe leiden. En dat het een opstand was die de monarchie verwierp en een vroege vorm van individuele vrijheid opleverde.”
Israel vervolgt: „Sinds de moorden op Fortuyn en Van Gogh verkeert de Nederlandse samenleving in een morele crisis. Er wordt op een heel simplistische manier over begrippen als tolerantie en vrijheid nagedacht. Een canon die meer de nadruk legt op de oorsprong van zulke begrippen, kan helpen bij het overwinnen van die crisis.”
Waar Israel meer ruimte vraagt voor de universele kenmerken van de Nederlandse geschiedenis, valt het Kennedy juist op dat er weinig aandacht is voor de vraag ’Waarin is Nederland anders dan andere landen?’ „En in het verlengde daarvan: in welk opzicht loopt Nederland in de pas met ontwikkelingen elders?”
De gekozen vorm, van de vijftig ’vensters’, leent zich volgens hem juist goed voor zo’n discussie. „Je hoeft geen boude uitspraken te doen die zogenaamd opgaan voor de hele Nederlandse geschiedenis.”
Toch lijkt de canon de verhouding tussen de geschiedenis van Nederland en die van de wereld niet echt goed neer te zetten. „Er is wel een apart venster voor de unieke staatsvorm van de Republiek in de 17de eeuw. Maar dat de dekolonisatie van Indonesië in een bredere ontwikkeling paste, dat lijkt toch minder aan de orde te komen.”
Israel werd bekend met een studie over een vrijgevochten periode in de Nederlandse geschiedenis, voor Kennedy geldt dat ook: zijn boek ’Nieuw Babylon in aanbouw’ behandelt de jaren zestig. Die roerige tijd komt er bekaaid vanaf in de canon. „Mijn boek was ook relativerend. Alles wegend denk ik dat ik eigenlijk wel blij ben dat er geen apart venster voor de jaren zestig is opgenomen.”
Wat Kennedy ten slotte nog kwijt wil: „Wat mij als Amerikaan meteen opvalt is dat er helemaal geen ’gewone mensen’ in de canon staan. In de Verenigde Staten zou je altijd een onbekende persoon afzonderen als symbolische drager van een breder verhaal.”
Comments (1)
De god der moslims heet Allah, en niet Abdallah, dit betekent Dienaar van god. De joodse god heet niet Jehova maar Jahwe, volgend een andere traditie heette hij El. Maak Mohammed niet van goddelijke afkomst! Die fout maakten al de vroege christenen.
Door j.a. van der brugge | 1 februari 2011 12:06