488

door dus, dat de geest deze liefde voor God of deze zaligheid geniet, heeft hij de magt om de lusten te bedwingen; en omdat het vermogen van den mensch om de lusten te bedwingen alleen in het verstand gelegen is. Dus geniet niemand de zaligheid, omdat hij de lusten bedwongen heeft, maar de magt om de lusten te bedwingen ontstaat daarentegen uit de zaligheid zelve; w.t.b.w.

Aanmerking. Hiermede heb ik alles, wat ik over het vermogen van den geest op de hartstogten en over de vrijheid van den geest wilde aantoonen, afgehandeld. Hieruit blijkt, hoeveel de wijze vermag, en hoeveel voortreffelijker hij is dan de onwetende, die alleen door den lust gedreven wordt. De onwetende toch wordt, behalve door uitwendige oorzaken, op velerlei wijs geslingerd, en verkrijgt nimmer de ware tevredenheid; daarenboven leeft hij als onbekend met zich zelven, met God en met de dingen, en zoodra hij ophoudt te lijden, houdt hij ook op te zijn: terwijl daarentegen de wijze, voorzoover hij als zoodanig beschouwd wordt, naauwlijks in zijne ziel bewogen wordt; maar van zich en >>


aantal woorden: 178