![]() |
wezenheid des ligchaams onder den vorm der eeuwigheid insluit, eeuwig is, en dat dit zijn bestaan door geenen tijd bepaald en door geene voortduring kan uitgedrukt worden. Slechts in zooverre dus kan onze geest gezegd worden voortteduren en kan zijn bestaan door eenen zekeren tijd bepaald worden, als hij het werkelijke bestaan des ligchaams insluit, en slechts inzooverre heeft hij het vermogen, om het bestaan der dingen door den tijd te bepalen, en ze onder voortduring te denken. Stelling XXIV. Naarmate wij de enkele dingen meer begrijpen, des te meer begrijpen wij God. Bewijs. Dit blijkt uit bijst. stell. 25 deel 1. Stelling XXV. De hoogste poging van den geest en zijne hoogste deugd is de dingen te begrijpen met de derde soort van kennis. Bewijs. De derde soort van kennis gaat van een volledig denkbeeld van eenige eigenschappen Gods voort tot eene volledige kennis van de wezenheid der dingen (zie de bep. hiervan in aanm. 2 stell. 40 deel 2), en naar mate wij de dingen meer op deze wijs begrijpen, des te meer (volgens de vor. stell.) begrijpen wij >> aantal woorden: 182 |