458

rede kunnen najagen (volgens stell. 28 deel 4), en het is aan alle menschen gemeen (volgens stell. 36 deel 4), en wij wenschen, dat allen er zich over mogen verblijden (volgens stell. 37 deel 4). Dus kan zij ook (volgens bep. 23 der hartstt.) door den hartstogt van den afgunst niet bezoedeld worden, noch ook (volgens stell. 18 van dit deel en de bep. van de jaloerschheid, in aanm. stell. 35 deel. 3) door den hartstogt der jaloerschheid; maar daarentegen moet zij (volgens stell. 31 deel 3) des te meer aangekweekt worden, naarmate wij ons verbeelden, dat meer menschen er genot van hebben; w.t.b.w.

Aanmerking. Wij kunnen op deze zelfde wijs aantoonen, dat er geen hartstogt bestaat, die met deze liefde regelregt in strijd is, door welken deze liefde zelve zou kunnen vernietigd worden; en dus kunnen wij besluiten, dat deze liefde voor God de bestendigste is van alle hartstogten, en, voorzoover zij tot het ligchaam betrekking heeft, niet dan met het ligchaam zelf kan vernietigd worden. Van welke natuur zij echter is, voorzoover zij alleen op den geest betrekking heeft, zullen wij later zien. En hiermede heb ik al de geneesmiddelen der hartstogten, of alles, wat de geest op zich zelven beschouwd tegen de hartstogten vermag, zamengevat.


aantal woorden: 208