452

nagejaagd worden, en door welke middelen men hem verwerven kan; maar niet over zijn misbruik en zijne ijdelheid en de onstandvastigheid der menschen of andere dergelijke dingen, waarover niemand denkt dan uit verdrietigheid van ziel. Want door zulke gedachten bedroeven de eerzuchtigen zich het meest, wanneer zij wanhopen aan het verkrijgen der eer, waarnaar zij jagen; en terwijl zij hunnen toorn uitbraken, willen zij voor wijs doorgaan. Daarom is het zeker, dat zij het meest naar roem begeerig zijn, die het meest over zijn misbruik en over 's werelds ijdelheid roepen. En dit is niet alleen aan de eerzuchtigen eigen, maar aan allen gemeen, wien de fortuin ongunstig is, en die zwak van geest zijn. Want ook een gierige arme houdt niet op over het misbruik van het geld en over de ondeugden der rijken te spreken; waardoor hij niets anders te weeg brengt, dan dat hij zichzelven bedroeft en aan anderen toont, dat hij niet slechts zijne eigene armoede maar ook den rijkdom van anderen met ontevredenheid draagt. Zoo denken ook zij, die slecht door hunne beminde ontvangen zijn, over niets anders dan over de onstandvastigheid en bedriegelijkheid der vrouwen, >>


aantal woorden: 192