436

geheel van onze magt af. Indien wij dus onzen wil naar vaste en stevige oordeelvellingen, volgens welke wij de handelingen onzes levens besturen willen, bepalen, en de bewegingen der hartstogten, die wij hebben willen, met deze oordeelvellingen verbinden, dan zullen wij eene volstrekte heerschappij over onze hartstogten verkrijgen. Dit is het gevoelen van dien beroemden man (voorzoover ik uit zijn eigen woorden opmaak), hetwelk ik naauwlijks gelooven zou, dat door zulk een man was voortgebragt, indien het minder scherpzinnig geweest was. Ik kan mij waarlijk niet genoeg verwonderen, dat een wijsgeer, die vast besloten had niets af te leiden dan uit op zichzelve bekende beginselen, en niets te verzekeren dan wat hij helder en duidelijk inzag, en die zoo dikwijls de Scholastici berispt had, om dat zij door verborgene eigenschappen duistere dingen wilden verklaren, eene onderstelling aannam verborgener dan elke verborgene eigenschap. Wat, bid ik, verstaat hij onder vereeniging van geest en ligchaam? Welk helder en duidelijk begrip, zeg ik, heeft hij van gedachte naauw verbonden met eenig deeltje van de uitgebreidheid? Ik wilde waarlijk >>


aantal woorden: 176