![]() |
te genieten, zal vooral zijn best doen, om zich hunne liefde te verwerven, doch niet om ze tot bewondering te nopen, opdat er eene school naar hem genoemd worde, noch in het algemeen om eenige aanleiding tot wangunst te geven. Verder zal hij zich wachten om in gemeenzame gesprekken de gebreken der menschen te vermelden, en hij zal zorgen over menschelijk onvermogen slechts weinig te spreken; maar overvloediglijk over menschelijke deugd of vermogen, en hoe dit kan volmaakt worden, opdat de menschen alzoo niet door vrees of afkeer, maar alleen door eenen hartstogt van blijdschap bewogen, zooveel in hen is, volgens het voorschrift der rede trachten te leven. Hoofdst. XXVI. Behalve de menschen kennen wij niets bijzonders in de natuur, over welke geest wij ons zouden kunnen verheugen, en dat wij aan ons door vriendschap of eenigerlei soort van gemeenzaamheid zouden kunnen verbinden; en dus al wat in de natuur buiten de menschen bestaat, eischt de rede van ons belang niet dat bewaard blijve, maar zij leert ons het naar zijn verschillend gebruik te >> aantal woorden: 175 |