418

leen als door haar naaste oorzaak kunnen begrepen worden, zijn die, welke op den geest worden teruggebragt, voorzoover deze gedacht wordt als uit volledige denkbeelden te bestaan; de overige begeerten echter worden tot den geest niet teruggebragt, dan voorzoover hij de dingen onvolledig denkt, en hare kracht en grootheid moet niet door menschelijke kracht maar door die van de dingen, welke buiten ons zijn, bepaald worden. Daarom worden gene met regt handelingen deze lijdende toestanden genoemd. Want gene geven altijd ons vermogen te kennen, deze daarentegen ons onvermogen en onze gebrekkige kennis.

Hoofdst. III. Onze daden, dat is, die begeerten, welke door het vermogen des menschen of de rede bepaald worden, zijn altijd goed; de overigen echter kunnen zoowel goed als kwaad zijn.

Hoofdst. IV. In het leven is het dus bijzonder nuttig, het verstand of de rede, zooveel als wij kunnen, te volmaken, en daarin alleen bestaat het hoogste geluk, of de zaligheid van den mensch; want de zaligheid is niets anders dan de tevredenheid van den geest zelve, die uit de aanschouwende >>


aantal woorden: 177