407

wij dus op de rede zelve letten, gelijk wij in deze stelling veronderstellen dat wij doen, is het dezelfde zaak, of het grootere goed of kwaad als toekomstig of als tegenwoordig verondersteld wordt. En dus (volgens stell. 65 van dit deel) zullen wij een grooter toekomstig goed boven een minder tegenwoordig enz. najagen.

Bijstelling. Een minder tegenwoordig kwaad dat de oorzaak is van een grooter toekomstig goed, zullen wij volgens de leiding der rede najagen, en een minder tegenwoordig goed, dat de oorzaak is van een grooter toekomstig kwaad, zullen wij verwaarloozen. Deze bijstell. staat tot de vorige stell. als bijstell. stell. 65 tot stell. 65 zelve.

Aanmerking. Indien dit dus met datgene vergeleken wordt, wat wij in dit deel tot op stell. 18 over de krachten der hartstogten hebben aangetoond, dan zullen wij gemakkelijk zien, waarin iemand, die alleen door hartstogt of meening geleid wordt, verschilt van iemand, die door de rede geleid wordt. Gene toch doet, of hij wil of niet, wat hij volstrekt niet kent; deze daarentegen gehoorzaamt niemand dan zichzelven, en doet alleen dat, wat hij in het leven als het voornaamste heeft leeren kennen, en wat hij daarom vooral begeert; en derhalve noem ik genen eenen slaaf, dezen eenen vrijen, over wiens ander levenswijs ik nog een weinig wil aantekenen.


aantal woorden: 217