![]() |
is op zich zelve beschouwd 's menschen wezenheid zelve, voorzoover zij hoe dan ook als bepaald beschouwd wordt om iets te verrigten. De begeerte dus, die uit de rede ontstaat, dat is (volgens stell. 3 deel 3) die in ons verwekt wordt, voorzoover wij handelen, is de wezenheid of natuur van den mensch zelve, voorzoover zij gedacht wordt als bepaald om datgene te doen, wat door de wezenheid van den mensch alleen volledig gedacht wordt (volgens bep. 2 deel 3). Indien dus deze begeerte overmaat kon hebben, dan zou deshalve de menschelijke natuur op zich zelve beschouwd zich zelve kunnen te buiten gaan of meer kunnen dan zij kan, wat eene klaarblijkelijke tegenstrijdigheid is. En dus kan deze begeerte geen overmaat hebben; w.t.b.w. Stelling LXII. Voorzoover de geest de dingen volgens het voorschrift der rede denkt wordt hij evenzeer aangedaan hetzij het een denkbeeld is van een verleden, of toekomstig, of tegenwoordig ding. Bewijs. Al wat de geest onder de leiding der rede denkt, dat denkt hij alles onder denzelfden vorm van >> aantal woorden: 174 |