![]() |
in waarheid bedroefd, hij is toch volkomener dan een onbeschaamde, die geen begeerte heeft om betamelijk te leven. Dit is het, wat ik mij voorgenomen had over de hartstogten van blijdschap en droefheid aan te teekenen. Wat de begeerten betreft, deze zijn goed of kwaad voorzoover zij uit goede of kwade hartstogten ontstaan. Allen evenwel zijn voorzoover zij uit hartstogten, die lijdende toestanden zijn, in ons verwekt worden, blind (gelijk gemakkelijk wordt opgemaakt uit datgene, wat wij in aanm. stell. 11 van dit deel gezegd hebben) en zij zouden van geene nuttigheid zijn, indien de menschen gemakkelijk konden overgehaald worden, om volgens de leiding der rede alleen te leven, gelijk ik nu lichtelijk zal aantoonen. Stelling LIX. Tot alle daden, waartoe wij door hartstogten, die lijdende toestanden zijn, bepaald worden, kunnen wij ook zonder dit door de rede bepaald worden. Bewijs. Volgens de rede te handelen is niets anders (volgens stell. 3 en bep. 2 deel 3) dan datgene te doen, wat uit de noodzakelijkheid onzer natuur op zich zelve beschouwd volgt. Doch de droefheid is in zooverre kwaad, als zij dit vermogen om te handelen vermindert of beperkt (vol- >> aantal woorden: 192 |