390

duidelijk, dat trotschen en kleinmoedigen het meest aan hartstogten onderhevig zijn.

Aanmerking. Kleinmoedigheid kan echter gemakkelijker verbeterd worden dan trotschheid, daar deze een hartstogt van blijdschap, gene van droefheid is; en dus (volgens stell. 18 van dit deel) deze sterker is dan gene.

Stelling LVII. De trotsche bemint de tegenwoordigheid der tafelschuimers of vleiers, en haat die der edelaardigen.

Bewijs. Trotschheid is blijdschap daaruit ontstaan, dat iemand over zichzelven te hoog denkt (volgens bep. 28 en 6 der hartst.) welke meening een trotsch mensch, zooveel hij kan, zal trachten te koesteren (zie aanm. stell. 13 deel 3). Dus zullen zij de tegenwoordigheid liefhebben der tafelschuimers en vleiers (hunne bepalingen heb ik weggelaten, omdat zij al te bekend zijn), en die den edelaardigen, welke over hen, gelijk billijk is, oordelen, ontvlieden.

Aanmerking. Het zou te lang zijn hier al de kwade gevolgen van den hoogmoed op te tellen, daar de hoogmoedigen aan alle hartstogten onderhevig zijn, maar aan geen minder dan aan de hartstogten van liefde en medelijden. Doch hier moet geenszins verzwegen worden, dat ook hij trotsch genoemd wordt, die >>


aantal woorden: 181