386

om te handelen volgt (volgens bep. 2 deel 3) dat is (volgens stell. 3 deel 3) wat uit zijn vermogen om te begrijpen volgt. Derhalve ontstaat uit deze beschouwing alleen de hoogste tevredenheid, welke bestaan kan; w.t.b.w.

Aanmerking. Tevredenheid met zich zelven is in waarheid het hoogste, dat wij kunnen hopen. Want (gelijk wij in stell. 25 van dit deel hebben aangetoond) niemand poogt zijn eigen bestaan om eenig doel te bewaren; en omdat deze tevredenheid meer en meer gekoesterd en versterkt wordt door loftuitingen (volgens bijst. stell. 53 deel 3) en daarentegen (volgens bijst. I stell. 55 deel 3) door berisping meer en meer verstoord wordt, daarom worden wij door roem het meest aangetrokken en kunnen een leven met schande naauwlijks verdragen.

Stelling LIII. Nederigheid is geen deugd, of ontstaat niet uit de rede.

Bewijs. Nederigheid is droefheid, welke daaruit ontstaat, dat de mensch zijn eigen onvermogen beschouwt (volgens bep. 26 der hartstogt.). Voorzoover dus de mensch zich >>


aantal woorden: 160