dit liever in het midden laten. Stelling XL. Wat de menschelijke zamenleving bevordert, of maakt, dat de menschen eendragtig leven, is nuttig, en dat daarentegen schadelijk, wat tweedragt in den staat invoert. Bewijs. Want wat maakt, dat de menschen eendragtig leven, maakt tevens, dat zij volgens de leiding der rede leven (volgens stell. 35 van dit deel), en dus (volgens stell. 26 en 27 van dit deel) is het goed, en (om dezelfde reden) is dat daarentegen kwaad, wat tweedragt veroorzaakt; w.t.b.w. Stelling XLI. Blijdschap is onmiddelijk niet kwaad, maar goed; droefheid daarentegen is onmiddelijk kwaad. Bewijs. Blijdschap is (volgens stell. 1 deel 3 met de aanm.) een hartstogt, waardoor het vermogen om te handelen des ligchaams vermeerderd of bevorderd wordt; droefheid daarentegen is een hartstogt, waardoor het vermogen om te handelen des ligchaams verminderd of beperkt wordt; en dus (volgens stell. 38 van dit deel) is blijdschap onmiddelijk goed, enz. w.t.b.w. aantal woorden: 152 |
|