andere gedaante aanneemt, dat is (gelijk van zelfs spreekt en wij op het einde van het voorberigt van dit deel hebben herinnerd) dat het menschelijke ligchaam vernietigd wordt, en dus dat het geheel ongeschikt gemaakt wordt, om op velerlei wijzen aangedaan te worden, en dus is het (volgens de vorige stell.) kwaad; w.t.b.w. Aanmerking. Hoeveel voordeel of nadeel dit aan den geest kan aanbrengen, zal in het vijfde deel verklaard worden. Doch hier is op te merken, dat ik bedoel dat het ligchaam sterft, wanneer zijne deelen zóó gesteld worden, dat zij eene andere verhouding van beweging en rust tot elkander aannemen. Want ik durf niet te loochenen, dat het menschelijke ligchaam met behoud van den bloedsomloop en van andere dingen, waarom men oordeelt, dat het leeft, des niet te min in eene andere, van het zijne geheel verschillende natuur kan >> aantal woorden: 142 |
|