363

tuur volgt; en dus beoordeelt ieder volgens het hoogste regt der natuur, wat goed, wat kwaad is, en zorgt voor zijn nut volgens zijn inzigt (zie stell. 19 en 20 van dit deel), en wreekt zich (zie bijst. 2 stell. 40 deel 3), en tracht wat hij liefheeft te bewaren en wat hij haat te verdelgen (zie stell. 28 deel 3). Bijaldien de menschen volgens de leiding der rede leefden, zou ieder (volgens bijst. 1 stell. 35 van dit deel) dit zijn regt zonder eenige schade van anderen verkrijgen. Doch omdat zij aan hartstogten onderhevig zijn, (volgens bijst. stell. 4 van dit deel), die het vermogen of de deugd van eenen mensch overtreffen (volgens stell. 6 van dit deel), daarom worden zij dikwijls heen en weder getrokken (volgens stell. 33 van dit deel) en zijn tegen elkander in strijd (volgens stell. 34 van dit deel) terwijl zij wederkeerig elkanders hulp noodig hebben (volgens stell. 35 van dit deel). Opdat dus de mensen eendragtig kunnen leven en elkander helpen, is het noodig, dat zij van hun natuurlijk regt afstand doen en elkander ge- >>


aantal woorden: 183