natuur, voorzoover zij door de rede bepaald wordt, volgt, dat moet (volgens bep. 2 deel 3) door de menschelijke natuur alleen, als door hare naaste oorzaak, begrepen worden. Doch omdat ieder volgens de wetten zijner natuur datgene begeert wat hij voor goed en datgene verwenscht wat hij voor kwaad houdt (volgens stell. 19 van dit deel); en dewijl daarenboven dat, hetgeen wij volgens het voorschrift der rede voor goed of kwaad houden, noodzakelijk goed of kwaad is (volgens stell. 41 deel 2): zoo doen dus de menschen, voorzoover zij volgens de leiding der rede leven, inzooverre noodzakelijk alleen datgene, wat voor de menschelijke natuur en bijgevolg voor ieder mensch noodzakelijk goed is, dat is (volgens bijst. stell. 31 van dit deel) wat met de natuur van ieder mensch overeenkomt. En dus komen ook de menschen onderling, voorzoover zij volgens de leiding der rede leven, noodzakelijk steeds overeen; w.t.b.w. Bijstelling I. In de natuur bestaat geen enkel ding, dat voor den mensch nuttiger is dan een mensch, die volgens de leiding der rede leeft. Want dat is voor den mensch het nuttigste wat met zijne natuur het meest >> aantal woorden: 188 |
|