338

deugd te handelen is in ons niets anders dan volgens de leiding der rede te handelen, te leven, zijn bestaan te bewaren (deze drie beteekenen hetzelfde) volgens den grondslag van het zoeken van zijn eigen voordeel.

Bewijs. Volstrekt volgens de deugd te handelen is niets anders (volgens bep. 8 van dit deel), dan volgens de wetten zijner eigene natuur te handelen. Doch wij handelen slechts in zoo verre als wij begrijpen (volgens stell. 3 deel 3). Dus is volgens de deugd te handelen niets anders in ons dan volgens de leiding der rede te handelen, te leven, zijn bestaan te bewaren, en dat wel (volgens bijst. stell. 22 van dit deel) volgens den grondslag van het zoeken van zijn eigen voordeel; w.t.b.w.

Stelling XXV. Niemand tracht zijn bestaan om der willen van een ander ding te bewaren.

Bewijs. De poging, waarmede ieder ding in zijn bestaan tracht te volharden, wordt alleen door de wezenheid der zaak zelve bepaald (volgens >>


aantal woorden: 160