337

dacht worden.

Stelling XXIII. Voorzoover de mensch bepaald is om iets te verrigten doordien hij onvolledige denkbeelden heeft kan men niet volstrekt zeggen, dat hij door deugd handelt; maar alleen voor zoover hij bepaald is door hetgeen hij begrijpt.

Bewijs. Voorzoover een mensch daardoor tot handelen bepaald wordt, dat hij onvolledige denkbeelden heeft, in zooverre lijdt hij (volgens stell. 1 deel 3), dat is (volgens bep. 1 en 2 deel 3) hij verrigt iets, dat door zijne wezenheid alleen niet kan begrepen worden, dat is (volgens bep. 8 van dit deel), dat uit zijne deugd niet volgt. Maar voorzoover hij om iets te verrigten bepaald wordt door hetgeen hij begrijpt, in zooverre (volgens dezelfde stell. 1. deel 3) handelt hij, dat is (volgens bep. 2. deel 3) hij doet iets, dat alleen door zijne wezenheid begrepen wordt, of (volgens bep. 8 van dit deel) dat uit zijne deugd volledig volgt; w.t.b.w.

Stelling XXIV. Volstrekt volgens de >>


aantal woorden: 157