336

handelen enz. is de wezenheid van den mensch zelve, dat is (volgens stell. 7 deel 3) de poging, waarmede een iegelijk zijn bestaan tracht te bewaren. Derhalve kan niemand begeeren enz.; w.t.b.w.

Stelling XXII. Geene deugd kan eer dan deze (namelijk dan de poging om zichzelven te bewaren) gedacht worden.

Bewijs. De poging om zichzelven te bewaren is de wezenheid der zaak zelve (volgens stell. 7 deel 3). Indien dus eenige deugd eer dan deze, namelijk dan deze poging, kon gedacht worden, dan zou dus (volgens bep. 8 van dit deel) de wezenheid van een ding zelve eer dan zij zelve gedacht worden; hetgeen (gelijk van zelfs spreekt) ongerijmd is. Geene deugd dus enz.; w.t.b.w.

Bijstelling. De poging om zichzelven te bewaren is de eerste en enige grondslag van de deugd. Want eer dan dit beginsel kan geen ander gedacht worden (volgens de vorige stell.), en zonder dit (volgens stell. 21 van dit deel) kan geene deugd ge- >>


aantal woorden: 159