als 't ware éénen geest en één ligchaam vormen, en allen te gelijk, zooveel als zij kunnen, hun zijn trachten te bewaren, en allen te gelijk aller gemeenschappelijk nut zoeken. Hieruit volgt, dat menschen, die door de rede bestuurd worden, dat is, menschen, die volgens den leiding der rede hun voordeel zoeken, niets voor zich verlangen, wat zij niet voor de overige menschen begeeren, en dat zij derhalve regtvaardig, trouw en eerlijk zijn. Dat zijn nu die voorschriften der rede, welke ik mij voorgenomen had hier met weinige woorden aan te toonen, voordat ik begon hetzelfde in meer uitvoerige volgorde te bewijzen, hetgeen ik gedaan heb, om, indien het mogelijk was, de opmerkzaamheid van hen te trekken, die gelooven, dat dit beginsel, dat namelijk ieder gehouden is zijn eigen voordeel te zoeken, de grondslag is der goddeloosheid, niet van de deugd en de vroomheid. Na dat ik derhalve kortelijk heb aangetoond, dat het tegenovergestelde plaats heeft, ga ik voort om hetzelfde >> aantal woorden: 162 |
|