![]() |
bedwongen of uitgebluscht worden; w.t.b.w. Stelling XVII. De begeerte, die uit de ware kennis van goed en kwaad, voorzoover deze op mogelijke dingen betrekking heeft, geboren wordt, kan nog veel gemakkelijker bedwongen worden door de begeerte naar dingen, die tegenwoordig zijn. Bewijs. Deze stelling wordt evenzoo als de vorige bewezen uit bijst. stell. 12 van dit deel. Aanm. Hierin meen ik de oorzaak te hebben aangetoond, waarom de menschen meer door meening dan door ware reden bewogen worden, en waarom de ware kennis van goed en kwaad ontroeringen in den geest veroorzaakt en dikwijls voor allerlei soort van lust de wijk neemt. Hieruit onstond het gezegde des dichters: ik zie het betere en keur het goed, het slechtere volg ik na. (*) Ditzelfde schijnt ook de Prediker in de gedachte gehad te hebben, toen hij zeide: die het verstand vermeerdert vermeerdert de smart. En dit zeg ik niet met het oogmerk om >> (*) Ovid. Met. VII. 20 volg. aantal woorden: 163 |