![]() |
de hartstogt zelve, of (volgens de alg. bep. der hartstogten) van het denkbeeld eener aandoening des ligchaams in waarheid niet onderscheiden dan alleen in de gedachte. Dus is deze kennis van goed en kwaad niets anders dan de aandoening zelve, voorzoover wij ons daarvan bewust zijn; w.t.b.w. Stelling IX. Een hartstogt, waarvan wij ons verbeelden dat de oorzaak op het oogenblik bij ons aanwezig is, is sterker dan indien wij ons verbeeldden, dat zij niet aanwezig was. Bewijs. De verbeelding is een denkbeeld, waardoor de geest een ding als tegenwoordig beschouwt (zie hare bep. aanm. stell. 17 deel 2), welke echter meer de gesteldheid van het menschelijk ligchaam dan de natuur van het uitwendige ding aanwijst (volgens bijst. 2 stell. 16 deel 2). Dus is een hartstogt (volgens de algem. bep. der hartstogten), voorzoover zij de gesteldheid des ligchaams aanwijst, verbeelding. Maar de verbeelding is meer gespannen, zoolang wij ons niets verbeelden, dat het tegenwoordige bestaan van het uitwendige ding buitensluit. Dus is ook een hartstogt, waarvan wij ons verbeelden, dat de oorzaak >> aantal woorden: 174 |