315

(volgens stell. 4 deel 3), die het ligchaam met eene daaraan tegenovergestelde aandoening aandoet (volgens stell. 5 deel 3) en sterker is (volgens o.k.w. van dit deel). En dus (volgens stell. 12 deel 2) wordt de geest aangedaan met het denkbeeld eener sterkere aandoening en die met de vorige in strijd is, dat is (volgens de algemeene bep. der hartstogten) de geest zal aangedaan worden met eenen sterkeren hartstogt en die met den vorige strijdt, die namelijk het bestaan van den vorigen zal buitensluiten of opheffen; en dus kan een hartstogt niet weggenomen nog bedwongen worden, dan door eenen tegenstrijdigen en sterkeren hartstogt; w.t.b.w.

Bijstelling Een hartstogt kan, voorzoover hij tot den geest wordt in betrekking gebragt, niet bedwongen nog weggenomen worden dan door het denkbeeld eener aandoening des ligchaams, die het tegenovergestelde is en sterker dan de aandoening, waardoor wij lijden. Want een hartstogt, waardoor wij lijden, kan noch bedwongen noch weggenomen worden, dan door eenen sterkeren en tegenstrijdigen hartstogt (volgens de vorige stell.), dat is (volgens de alg. bep. der hartstogten) door >>


aantal woorden: 175