302

versta. Want wij zijn gewoon alle natuurwezens tot één geslacht, dat het alleralgemeenste genoemd wordt, terug te brengen; namelijk tot het begrip van wezen, hetwelk volstrekt op alle enkelwezens der natuur toepasselijk is. Voorzoover wij derhalve de enkele wezens der natuur tot dit geslacht terugbrengen, en met elkander vergelijken, en bevinden, dat sommige meer zijn of werkelijkheid dan andere hebben, in zoo verre zeggen wij, dat sommige volmaakter zijn dan andere; en voorzoover wij aan dezelfde iets toeschrijven, dat eene ontkenning insluit, zooals bepaling, grens, onmagt enz. in zoo verre noemen wij ze onvolmaakt, omdat zij onzen geest niet evenzeer aandoen als die, welke wij volmaakt noemen, niet omdat hun iets, dat het hunne is ontbreekt, of omdat de natuur misdaan heeft. Niets toch komt aan de natuur van enig ding toe behalve wat uit de noodzakelijkheid der natuur van de bewerkende oorzaak volgt; en al wat uit de noodzakelijkheid der natuur van de bewerkende oorzaak >>


aantal woorden: 158