279

iemand die eenen anderen heeft kwaad gedaan.

Opheldering. Ik weet, dat deze woorden volgens het gewone spraakgebruik iets anders beteekenen. Doch het is mijn voornemen niet de beteekenis der woorden maar de natuur der dingen te verklaren, en ze met zoodanige woorden aan te duiden, wier beteekenis, die zij aan het gebruik ontleend hebben, van de beteekenis, waarin ik ze gebruiken wil, niet geheel afwijkt, hetwelk ik eens voor al wil herinnerd hebben. Zie overigens de oorzaak dezer hartstogten in bijstell. 1 stell. 27 en aanm. stell. 22 van dit deel.

XXI. Overschatting is van iemand uit liefde te hoog te denken.

XXII. Minachting is van iemand uit haat te gering te denken.

Opheldering. Dus is overschatting eene aandoening of eigenschap van liefde, minachting van haat, en dus kan overschatting ook aldus bepaald worden, dat zij liefde is, voorzoover deze den mensch zóó aandoet, dat hij van het beminde voorwerp te hoog denkt, en minachting daarentegen, dat zij haat is, voorzoover deze den mensch zoo aandoet, dat hij van dengenen, dien hij haat, te gering denkt. Zie hierover aanm. stell. 26 van dit deel.


aantal woorden: 186