![]() |
en eerzucht; die slechts begrippen zijn van liefde of begeerlijkheid; welke de natuur dezer beide hartstogten ontvouwen door de voorwerpen, waarop zij betrekking hebben. Want onder weelderigheid, dronkenschap, gierigheid en eerzucht verstaan wij niets anders dan onmatige liefde of begeerte naar maaltijden, drinken, zinnelijke gemeenschap, rijkdom of roem. Daarenboven hebben deze hartstogten, voorzoover wij ze alleen door middel van het voorwerp, waarop zij betrekking hebben, van andere onderscheiden, geen tegenhangers. Want de ingetogenheid die wij tegen de weelderigheid, de matigheid, die wij tegen de dronkenschap, en eindelijk de kuischheid, die wij tegen den wellust plegen over te stellen, zijn geen aandoeningen of lijdende toestanden; maar toonen het vermogen van den geest, dat deze hartstogten beheerscht. Overigens kan ik hier de overige soorten van hartstogten niet ontvouwen (omdat zij zoovele zijn als de soorten der voorwerpen) en, al kon ik het, het is niet noodig. Want voor hetgeen wij bedoelen, namelijk de krachten der hartstogten en de magt van den geest over hen te bepalen, is het voor ons genoeg, >> aantal woorden: 170 |