253

de namen der hartstogten meer volgens hun gewoon gebruik dan volgens hunne naauwkeurige kennis zijn uitgevonden. Tegenover de bewondering staat de verachting, waarvan de oorzaak meestal deze is, dat wij namelijk, dewijl wij iemand iets zien bewonderen, liefhebben, vreezen enz. of dewijl iets op het eerste gezigt gelijk schijnt aan dingen, die wij bewonderen, liefhebben, vreezen enz. (volgens stell. 15 met de bijstell. en stell. 27 van dit deel), bepaald worden, om hetzelve te bewonderen, lief te hebben te vreezen enz. Doch indien wij door de tegenwoordigheid of meer naauwkeurige beschouwing van dat ding genoodzaakt worden, om alles daarvan te ontkennen, wat oorzaak van bewondering, liefde, vrees enz. zijn kan, dan blijft de geest door de tegenwoordigheid van het ding zelve meer bepaald, om datgene te denken wat in het voorwerp niet is dan wat er wel in is; terwijl toch daarentegen door de tegenwoordigheid van een voorwerp gewoonlijk datgene gedacht wordt wat in het voorwerp is. Evenals verdere toewijding uit de bewondering van iets dat wij liefhebben, ontstaat; zoo ook bespotting uit de verachting van hetgeen wij haten of vreezen, en verontwaardiging uit de verachting van dwaasheid, evenals vereering uit de bewondering van wijsheid. Wij kunnen uiteindelijk liefde, hoop, roem en andere hartstogten >>


aantal woorden: 206