![]() |
zich bedroeven, indien hij ziet, dat die weldaad met een ondankbaar gemoed wordt ontvangen. Bewijs. Die iets aan hem gelijk liefheeft, tracht, zoveel hij kan, te bewerken, dat hij daarvoor wederkerig bemind wordt (volgens stell. 33 van dit deel). Die dus uit liefde aan iemand eene weldaad heeft bewezen, doet dit uit begeerte, waardoor hij geleid wordt, om wederkerig bemind te worden, dat is (volgens stell. 34 van dit deel) uit hoop op roem of (volgens aanm. stell. 30 van dit deel) op blijdschap; en dus zal hij (volgens stell. 12 van dit deel) deze oorzaak van roem zich zooveel hij kan trachten te verbeelden of die als werkelijk bestaande te beschouwen. Maar (volgens de onderstelling) verbeeldt hij zich iets anders, dat het bestaan dien oorzaak buiten sluit. Dus (volgens stell. 19 van dit deel) zal hij juist daardoor bedroefd worden; w.t.b.w. Stelling XLIII. Haat wordt door wederkeerigen haat vermeerderd en kan daarentegen door liefde vernietigd worden. Bewijs. Die zich verbeeldt, dat de- >> aantal woorden: 164 |