![]() |
vermeerdert of bevordert, zoolang is het ligchaam aangedaan met wijzigingen, die zijn vermogen om te handelen vermeerderen of bevorderen (zie vereischte 1 van dit deel); en bij gevolg (volgens stell. 11 van dit deel) zoolang wordt het vermogen om te denken van den geest vermeerderd of bevorderd. En derhalve (volgens stell. 6 en 9 van dit deel) zoekt de geest zich dit, zooveel hij kan, te verbeelden; w.t.b.w. Stelling XIII. Wanneer de geest zich iets verbeeldt, dat het vermogen om te handelen des ligchaams vermindert of beperkt, tracht hij, zooveel hij kan, zich dingen te herinneren, die het bestaan daarvan uitsluiten. Bewijs. Zoolang als de geest zich iets van dien aard verbeeldt, wordt ook het vermogen van den geest en des ligchaams verminderd of beperkt (gelijk wij in de vorige stell. bewezen hebben), en des niettemin verbeeldt hij zich dit zoolang, totdat hij zich iets anders verbeeldt, hetwelk het tegenwoordige bestaan daarvan uitsluit (volgens stell. 17 deel 2), dat is (gelijk wij zoo even hebben aangetoond) het vermogen van den geest en van het >> aantal woorden: 175 |