187

alleen uit volledige denkbeelden en de geest is alleen daarom lijdend dewijl hij onvolledige denkbeelden heeft; w.t.b.w.

Aanmerking. Wij zien dus, dat de lijdende toestanden niet op den geest worden toegepast dan voorzoover hij iets heeft, dat eene ontkenning insluit, of voorzoover hij als een deel der natuur beschouwd wordt, dat op zichzelf, zonder andere, niet helder en duidelijk kan gedacht worden; en aldus zou ik kunnen aantoonen, dat de lijdende toestanden op dezelfde wijs op de enkele dingen als op den geest toegepast worden. Doch het is mijn voornemen alleen over de menschelijken geest te handelen.

Stelling. IV. Geen ding kan anders dan door eene uitwendige oorzaak vernietigd worden.

Bewijs. Deze stelling spreekt van zelfs. De bepaling toch van eenig ding bevestigt de wezenheid van dat ding maar ontkent ze niet; of stelt de wezenheid van het ding, maar heft ze niet op. Wanneer wij dus alleen op het ding zelf, niet op de uitwendige oorzaken letten, zullen wij niets daarin kunnen vinden, dat hetzelve kan vernietigen. w.t.b.w.


aantal woorden: 169