|
vrij besluit van den geest spreken of zwijgen of iets doen, droomen met open oogen. Stelling III. De handelingen van den geest ontstaan alleen uit volledige denkbeelden; de lijdende toestanden daarentegen hangen alleen aan de onvolledige. Bewijs. Het eerste, dat de wezenheid van den geest daarstelt, is niets anders dan het denkbeeld van een werkelijk bestaand ligchaam (volgens stell. 11 en 13 deel 2), hetwelk (volgens stell. 15 deel 2) uit vele andere is zamengesteld, waarvan sommige (volgens bijstell. stell. 38 deel 2) volledig zijn, andere daarentegen onvolledig (volgens bijstell. stell. 29. deel 2). Al wat dus uit de natuur van den geest volgt, en door behulp van den geest als naaste oorzaak moet begrepen worden, moet noodzakelijk uit een volledig of uit een onvolledig denkbeeld volgen. Doch voorzoover de geest (volgens stell. 1 van dit deel) onvolledige denkbeelden heeft, in zooverre is hij noodzakelijk lijdend. Dus ontstaan de handelingen van den geest >> aantal woorden: 154 |