183

zegt wat hij naderhand nuchteren zou willen gezwegen te hebben. Zoo gelooven een ijlende, eene snapster, een kind en meer anderen van dit slag, dat zij volgens een vrij besluit van den geest spreken, terwijl zij toch den aandrang tot spreken, dien zij hebben, niet kunnen bedwingen, zoodat de ondervinding zelve niet minder duidelijk dan de rede leert, dat de menschen zich alleen daarom voor vrij houden, dewijl zij bewust zijn van hunne verrigtingen en onbekend met de oorzaken, waardoor zij bepaald worden; en daarenboven, dat de besluiten van den geest niets anders zijn dan de neigingen zelve, die daarom verschillend zijn naar de verschillende gesteldheid des ligchaams. Ieder toch beoordeelt alles volgens zijnen hartstogt, en daarenboven weten zij, die door tegenstrijdige hartstogten geslingerd worden, niet wat zij willen; en die [op 't oogenblik] door geenen hartstogt beheerscht worden, worden ook door eenen geringen stoot her of derwaarts gedreven. Dit alles toont voorzeker duidelijk, dat én het besluit van den geest, én de neiging, én de bepaling des ligchaams van natuur >>


aantal woorden: 172