![]() |
want naarmate sommige voorwerpen voortreffelijker zijn dan andere, zijn ook sommige denkbeelden daarvan voortreffelijker dan andere; waar ook het verschil tusschen wil en verstand schijnt te blijken. Ten vierde kan tegengeworpen worden: indien de mensch niet uit vrijheid van wil werkt, wat zal er dan gebeuren, indien hij in evenwigt is, evenals de ezel van Buridan? Zal hij dan door honger en dorst omkomen? Indien ik dit toestemde, zou het schijnen, dat ik een ezel of het standbeeld van eenen mensch geen mensch dacht; en indien ik het ontkende, dan zal hij dus zichzelven bepalen, en dus heeft hij het vermogen om te gaan en te doen wat hij wil. Behalve deze kunnen er misschien nog meer zwarigheden gemaakt worden; doch omdat ik niet gehouden ben in te prenten, wat ieder kan droomen, zal ik mij slechts beijveren om op deze zwarigheden te antwoorden en wel zoo kort als ik kan. Op de eerste zeg ik, dat ik toestem, dat de wil zich verder uitstrekt dan het verstand, indien men onder verstand slechts heldere en duidelijke begrippen verstaat; maar ik ontken, dat de wil zich verder uitstrekt dan de waarnemingen of het vermoogen van waarnemen. En ik zie waarlijk niet, waarom het vermogen van te willen meer oneindig moet genoemd >> aantal woorden: 211 |