![]() |
wendige ligchamen op verschillende wijzen aan te doen. Maar alles, wat in het menschelijk ligchaam gebeurt moet (volgens stell. 12 van dit deel) de menschelijke geest waarnemen. Dus is de menschelijke geest geschikt om zeer veel waar te nemen en des te geschikter enz: w.t.b.w. Stelling XV. Het denkbeeld, dat het werkelijke bestaan van den menschelijken geest daarstelt, is niet eenvoudig, maar uit zeer vele denkbeelden zamengesteld. Bewijs. Het denkbeeld, dat het werkelijke bestaan van den menschelijken geest daarstelt, is het denkbeeld des ligchaams (volgens stell. 13 van dit deel) hetwelk (volgens vereischte 1) uit verscheidene zeer zamengestelde enkelwezens is zamengesteld. Maar van elk enkelwezen, dat het ligchaam zamenstelt, is noodzakelijk (volgens bijstell. stell. 8 van dit deel) in God een denkbeeld. Derhalve (volgens stell. 7 van dit deel) is het denkbeeld van het menschelijk ligchaam uit de vele denkbeelden van deze zamenstellende denkbeelden zamengesteld, w.t.b.w. Stelling XVI. Het denkbeeld van elke wijziging, waarmede het menschelijk ligchaam door de uitwendige ligchamen wordt aangedaan, moet de natuur van het menschelijk ligchaam en tevens de natuur van het uitwendige ligchaam >> aantal woorden: 179 |