106

verhouding als te voren mededeelen, dan zal desgelijks het enkelwezen zijne natuur behouden, zonder eenige verandering in zijn werkelijke bestaan.

Bewijs. Dit blijkt van zelfs. Want het wordt verondersteld al datgene te behouden, hetwelk wij in zijne bepaling gezegd hebben dat zijn werkelijk bestaan uitmaakt.

Hulpstelling VII. Daarenboven zal een alzoo zamengesteld enkelwezen zijne natuur behouden, hetzij het in zijn geheel bewogen wordt, hetzij het rust, hetzij het naar dezen, hetzij naar dien kant bewogen wordt, zoo slechts ieder deel zijne beweging behoudt, en die zooals te voren aan de overige mededeelt.

Bewijs. Dit blijkt uit zijne bepaling, welke vóór hulpstelling 4 te zien is.

Aanmerking. Hieruit zien wij derhalve, hoe een zamengesteld enkelwezen op velerlei wijze kan aangedaan worden, terwijl desniettemin zijne natuur behouden blijft. En tot nog toe hebben wij een enkelwezen gedacht, hetwelk niet dan uit ligchamen, die alleen door beweging en rust, door snelheid en langzaamheid van elkander onderscheiden worden, dat is uit de eenvoudigste ligchamen is zamengesteld. Bijaldien wij nu een ander denken uit verscheidene enkelwezens van verschillende soort zamengesteld, dan zullen wij bevinden, dat het op meer an- >>


aantal woorden: 185