gedrukt worden, dat zij tegen elkander aanliggen, of indien zij met denzelfden of verschillende graden van snelheid bewogen worden, zoodat zij hunne bewegingen aan elkander op eene zekere bepaalde wijs mededeelen, dan zullen wij die ligchamen onderling vereenigd noemen, en zeggen, dat zij allen te zamen één ligchaam of enkelwezen vormen, dat van de overige door deze vereeniging van ligchamen onderscheiden wordt. Onmiddelijk klaarblijkelijke waarheid III. Naarmate de delen van een enkelwezen of zamengesteld ligchaam met grootere of kleinere oppervlakten tegen elkander aanliggen, kunnen zij moeijelijker of gemakkelijker genoodzaakt worden, om hunne ligging te veranderen, en bij gevolg kan des te gemakkelijker of moeijelijker bewerkt worden, dat het enkelwezen zelf eene andere gedaante aanneemt. Daarom zal ik de ligchamen, wier deelen met groote oppervlakten tegen elkander aanliggen, hard, die, wier deelen met kleine oppervlakten tegen elkander aanliggen, zacht, en eindelijk, die, wier deelen onderling bewogen worden, vloeibaar noemen. Hulpstelling IV. Indien van een ligchaam of enkelwezen, dat uit verscheidene ligchamen is zamengesteld, eenige ligchamen worden afgescheiden, en tegelijk even veel andere van dezelfde natuur in hunne plaats komen, dan zal het enkelwezen zijne natuur behouden, zooals te voren, zonder dat er in zijn werkelijk bestaan iets verandert. aantal woorden: 200 |
|