begeerd wordt, enz. Maar een denkbeeld kan bestaan, al bestaat er geene andere wijziging van het denken. IV. Wij gevoelen dat een ligchaam op velerlei wijze wordt aangedaan. V. Geene andere enkele dingen worden door ons gevoeld noch waargenomen behalve ligchamen en wijzigingen van het denken. Zie de Vereischten na stelling 13. Stellingen. Stelling I Het denken is eene eigenschap Gods, of God is denkend. Bewijs. De enkele gedachten, of deze en die gedachte, zijn wijzigingen, die de natuur van God op eene zekere en bepaalde wijs uitdrukken (volgens bijst. stell. 25. deel 1). Dus komt aan God (volgens bep. 5. deel 1.) eene eigenschap toe, welker begrip alle enkele gedachten insluiten, en met behulp waarvan zij ook gedacht worden. Dus is het denken één van de oneindige eigenschappen Gods, die de eeuwige en oneindige wezenheid Gods uitdrukt (zie bep. 6. deel 1) of God is denkend; w.t.b.w. Aanmerking. Deze stelling blijkt ook daaruit, dat wij een oneindig denkend >> aantal woorden: 161 |
|