074

overeenkomen, zij verschillen echter in zeer veel, en daarom schijnt wat den éénen goed voorkomt, den anderen kwaad toe; wat den éénen geordend, den anderen verward; wat den éénen aangenaam is, is den anderen onaangenaam; en zoo ging het ook met het overige, waarvan ik hier zwijg, zoowel omdat het hier de plaats niet is, om hierover opzettelijk te handelen, als omdat allen dit genoegzaam ondervonden hebben. Allen toch hebben in den mond: zoo veel hoofden, zooveel zinnen, ieder heeft zijnen zin, er is niet minder verschil van denkwijze dan van smaak; welke spreekwijzen genoegzaam aantoonen, dat de menschen naar de gesteldheid hunner hersenen over de dingen oordeelen, en ze zich liever verbeelden dan ze te begrijpen. Want indien zij de dingen begrepen hadden, zou die allen, zooals het voorbeeld den wiskundigen leert, indien al niet aanlokken, ten minste overtuigen. Wij zien dus, dat alle redenen, waarmede de menigte de natuur pleegt te verklaren, slechts wijzen van verbeelden zijn, en de natuur van geen ding maar >>


aantal woorden: 167