065

uit te denken. Zij stelden daarom als zeker, dat de oordeelen der goden de menschelijken bevatting oneindig overtreffen: hetwelk voorwaar de eenige oorzaak zou geweest zijn, waarom de waarheid voor het menschelijk geslacht in eeuwigheid verborgen moest blijven, indien niet de wiskunde, welk zich niet met doeleinden, maar slechts met de wezenheden en eigenschappen der gedaanten bezig houdt, een ander kenmerk der waarheid aan de menschen getoond had. En behalve de wiskunde kunnen ook andere oorzaken aangewezen worden (welke het overbodig is hier op te noemen); waardoor het kon geschieden, dat de menschen deze algemeen aangenomene vooroordeelen opmerkten en tot de ware kennis der dingen gebragt werden.

Hiermede heb ik genoegzaam ontvouwd wat ik in de eerste plaats beloofd heb. Om nu verder aan te toonen, dat de natuur geen doeleinde voor zich gesteld heeft, en dat alle eindoorzaken niets dan menschelijke verdichtselen zijn, >>


aantal woorden: 145