zelven gewoonlijk tot dergelijke dingen bepaald worden, na te denken; en alzoo beoordeelen zij noodzakelijk volgens hunne eigene gezindheid die van anderen. Daar zij verder in en buiten zich niet weinig hulpmiddelen vinden, die tot het verkrijgen van hun voordeel niet weinig helpen; b.v. oogen om te zien, tanden om te kaauwen, kruiden en dieren om zich mede te voeden, de zon om te verlichten, de zee om visschen te onderhouden enz. zijn zij al wat de natuur oplevert als hulpmiddel tot hun voordeel gaan beschouwen; en omdat zij wisten, dat die hulpmiddelen door hen gevonden, niet vervaardigd waren, hebben zij hieruit aanleiding genomen om te gelooven, dat er iemand anders is, die deze hulpmiddelen ten hunnen behoeve heeft gereed gemaakt. Want nadat zij de dingen als hulpmiddelen waren gaan beschouwen, konden zij niet gelooven, >> aantal woorden: 136 |
|