060

dig geoordeeld deze hier volgens den toetssteen der rede te onderzoeken. En daar al de vooroordeelen, welke ik hier onderneem aan te wijzen, van dit ééne afhangen, dat namelijk de menschen gemeenlijk onderstellen, dat alle menschelijke dingen evenals zij zelve om een doel handelen; ja, als zeker aannemen, dat God alles naar een zeker doeleinde rigt (want zij zeggen, dat God alles om der wille van den mensch gemaakt heeft, doch den mensch, opdat deze hem zou vereeren): zoo zal ik eerst dit ééne nagaan, namelijk door eerst de oorzaak te zoeken, waarom de meesten in dit vooroordeel berusten en allen van nature zoo genegen zijn om het te omhelzen, verder zal ik de valschheid daarvan aantoonen, en eindelijk, hoe daaruit de vooroordeelen ontstaan zijn van goed en kwaad, verdienste en zonde, lof en berisping, orde en verwarring, schoonheid en leelijkheid, enz. Het is echter hier de plaats niet, om deze dingen uit de natuur van den menschelijken geest af te leiden. Het zal hier genoeg zijn, indien ik dat gene tot grondslag neem, wat allen >>


aantal woorden: 183